Il Grand' Inquisitor

Saint François d'Assise in Amsterdam

Honderd jaar geleden werd Olivier Messiaen geboren. Je zou dan denken dat dit jaar het uitgelezen moment is om zijn opera Saint François d'Assise op te voeren. Maar tot nu toe heb ik nog geen ander operahuis gevonden dat het aandurft om dit grootschalige werk met een gigantische koor- en orkestbezetting op het programma te zetten. De Nederlandse Opera heeft wel de uitdaging aangenomen.

De productie is van Pierre Audi, wiens sobere stijl goed bij dit werk past. Het podium wordt grotendeels ingenomen door het Residentie Orkest onder de leiding van de afscheid nemende muziekdirecteur Ingo Metzmacher. De orkestbak is dichtgelegd en daar bevindt zich het speelveld voor de zangers. Rondom staan stellingen, afgeschermd met een half-transparant veiligheidszeil waarachter het koor meestal plaatsneemt. Bovenop de stellingen staan, links en rechts, een ondes martenot. Dit decor zou een kathedraal moeten voorstellen waar renovatiewerken bezig zijn. Een berg eenvoudige kruisen en bomen, in elkaar getimmerd met planken, vervolledigen het scènebeeld.

De cruciale - en beruchte - vogelpreek van het zesde tafereel werd boeiend geënsceneerd. Vooraan ligt een groot vierkant van leisteen waarrond kinderen, in kleurrijke pijen, plaats nemen. De preek wordt uitgebeeld als een biologieles gegeven door Franciscus en bijgestaan door Frère Massée. De scène met de melaatse vond ik ook heel sterk, met "de kus" als het meest ontroerende moment van de voorstelling. Maar ook de twee scènes met de engel, of het overweldigende licht op het einde (wat trouwens zo in het libretto voorgeschreven staat) waren heel mooi. In zijn geheel vond ik het een zeer geslaagde productie van dit werk dat meer aanleunt bij een oratorium dan een opera.

Ik vond Rod Gilfry wel een vreemde keuze voor Saint François. Hij heeft essentieel een lyrische bariton, waarmee het niet altijd evident is om aan de expressieve eisen te voldoen. Zijn stem is nooit echt present in de zaal, hij klinkt vaak vermoeid en verdrinkt regelmatig in het orkest. Daarenboven blijkt het praktisch onmogelijk om uit de schaduw van José Van Dam te geraken. Amper drie jaar geleden was diens Franciscus in Parijs nog altijd stukken indrukwekkender.

Camilla Tilling zong een heel mooie engel met een stem die tegelijkertijd warm en helder klonk. Ik vond haar tekstprojectie wel niet altijd even duidelijk. Bij de broeders vond ik de Frère Massée van Tom Randle zeer geslaagd. Maar het was vooral de "Lépreux" van Hubert Delamboye die kon overtuigen. Aanvankelijk zong hij een aggressieve en haatdragende melaatse, die later omsloeg in een beheerste vreugde.

Publicatie: maandag 30 juni 2008 om 17:30
Rubriek: Opera