Il Grand' Inquisitor

Götterdämmerung in Antwerpen

Een voorstelling om hoofdpijn van te krijgen !

De schuldige is het duo dat de drijvende kracht is achter deze hele Ring in de Vlaamse Opera. Om te beginnen laat Ivan Törzs, op een paar zeldzame momenten na, het orkest continu fortissimo spelen. En net zoals in de vorige delen, gebruikt Ivo Van Hove talloze flikkerende videoschermen. Als in het laatste bedrijf de stroom beelden even vermindert, gooit hij er stroboscopen tegen... om onnozel van te worden.

Naast de gewelddadige computerspelletjes - onderbroken door reclamebeelden voor wodka en bier - worden er op die videoschermen nu ook taferelen uit Second Life getoond, waarmee Gunter en Gutrune hun dagen vullen. Ze communiceren met elkaar via hun laptops, zelfs al zitten of liggen ze op hetzelfde bed. Als Siegfried de Gibichungenhal betreedt, wordt hij meteen in die virtuele wereld opgenomen. Zijn avatar krijgt de vergeetdrank aangeboden door de avatar van Gunter, daarna heeft hij cybersex met Gutrune. Ik moet me waarschijnlijk niet afvragen waarom een virtuele drank ervoor zorgt dat hij Brünnhilde vergeet ?

Brünnhilde ligt zich ondertussen stierlijk te vervelen op haar "rots". Na de operatiezaal in Die Walküre en het rampdecor in Siegfried is die rots nu een ruime propere kamer met een groot bed en vensters die afgeschermd zijn met rolluiken. Continuïteit is duidelijk niet het sterkste punt van Ivo Van Hove. In die kamer is er zelfs een lift... langswaar Siegfried naar zijn werk vertrekt (zo lijkt het wel), en waarin Siegfried/Gunter haar later verkracht. Tijdens de proloog spelen Siegfried en Brünnhilde de "bed-in" van John Lennon en Yoko Ono na. Ivo Van Hove geeft in het programmaboek daar wel een uitleg voor, maar in de praktijk werkt het voor geen meter en komt het vooral over als een lachwekkende gimmick. Ik moet me waarschijnlijk niet afvragen hoe al die fotograferende reporters voorbij het "vuur" geraakt zijn ?

Er zijn toch een paar scènes die wel min of meer werken. Niet geheel toevallig zijn het de scènes waarbij de videoschermen afwezig zijn of niet opdringerig zijn. De scène van Brünnhilde en Waltraute, de sterfscène van Siegfried of de slotscène van Brünnhilde vond ik bijvoorbeeld wel geslaagd. De scène met de Rijndochters was ook wel leuk... nu ze geen Rijngoud meer te bewaken hebben, zijn ze trouwens serveersters geworden.

Maar in zijn geheel vond ik deze Ring-productie vooral incoherent en onsamenhangend, zonder overkoepelende visie of logische lijn. In het programmaboek schrijft Tom Lanoye een bijdrage over de Siegfried-productie waarin hij de muziek van Wagner omschrijft als "onaangenaam verontrustend lawaai, een opdringerig aanklampende auditieve chaos, een ergerlijk bestudeerde en toch ondoordringbare kakofonie". Als je dat naar het visuele vertaalt, is dat nu net de omschrijving van de indruk die de enscenering van Ivo Van Hove op mij nalaat.

De zangers zijn grotendeels dezelfde als bij de vorige delen. Lance Ryan vond ik nog redelijk overtuigend als de jonge Siegfried, maar als de oude Siegfried schiet hij schromelijk te kort. Zijn stem klinkt constant genepen zonder de minste baritonale ondertoon. Op een paar momenten, zoals bij zijn sterfscène "Brünnhilde! Heilige Braut!", klinkt hij wel even als een heldentenor. Jayne Casselman produceerde af en toe een paar versleten noten. Maar ik vond haar meestal wel overtuigend als Brünnhilde, met vooral een aangrijpende sterfscène.

Van de diepere mannenstemmen kon enkel Werner Van Mechelen in de korte verschijning van Alberich mij charmeren. Robert Bork zong ook wel een indrukwekkende Gunther (die trouwens verdacht veel op Ivo Van Hove leek). Attila Jun is vooral een brommende Hagen, die wel op dramatisch vlak vuur kan schieten. Maar zijn begroeting van Siegfried vond ik zwak en in het algemeen kon hij mij op vocaal vlak nooit echt overtuigen dat hij de slechterik was.

Publicatie: woensdag 18 juni 2008 om 17:33
Rubriek: Opera