Magdalena Kozena en Dorothea Röschmann in de Munt
Het bekendste vrouwelijke liedduo bestaat ongetwijfeld uit Felicity Lott en Ann Murray. De afgelopen jaren doken af en toe ook andere duo's op, zoals Gruberova-Kasarova of Bonney-Kirchschlager. De afgelopen weken toert een ander gelegenheidsduo door Europa, bestaande uit Dorothea Röschmann en Magdalena Kozena. Gisteren waren ze in de Munt met Malcolm Martineau aan de piano.
Wie het hier de afgelopen jaren zowat gevolgd heeft, zal wel weten dat ik geen hoge dunk heb van Dorothea Röschmann als liedzangeres. Gisteren bewees ze nog maar eens waarom ik eigenlijk haar liedrecitals probeer te vermijden. Alhoewel het recital grotendeels uit de bekende duetten van Mendelssohn en Brahms bestond, zong elke zangeres ook een groepje liederen solo.
Dorothea Röschmann had gekozen voor een aantal Mörike-Lieder van Hugo Wolf. En meteen in het eerste lied, Nimmersatte Liebe, gaat het al mis. Het slot, met de verwijzing naar Herr Salomo, zou "mit Humor" gezongen moeten worden, maar die humor zie je enkel op haar gezicht en niet in haar stem. De absolute test volgde meteen daarna met met An eine Äolsharfe. Dit lied staat vol met p- en pp-aanduidigen, maar Röschmann brult zich daar los door, en dat terwijl Martineau op schitterende manier de harp evoceert. Erstes Liebeslied eines Mädchen en Begegnung ontbreekt het dan weer aan de nodige charme. Op geen enkel moment zingt ze mezza voce, alle hoge noten zijn luid gezongen onafhankelijk of het zin heeft of niet. Ze zingt eigenlijk enkel maar noten, maar van enige poëzie is niets te merken.
Het verschil met (de trouwens hoogzwangere) Magdalena Kozena is gigantisch. Zij zong vier liederen van Duparc, te beginnen met L'invitation au voyage. Hier hoor je alles wat er bij Röschmann ontbrak. De frases worden mooi opgebouwd. Woorden worden minutieus ingekleurd, tot in kleine details zoals een subtiel messa di voce op "beauté". Ondertussen liet Martineau ook even horen waarom hij een van dé drie hedendaagse top-liedpianisten is... door ragfijn en glashelder het water in de kanalen te laten klotsen of, later, in Phydilé de perfecte pastorale sfeer te schilderen.
In de duetten werd het gebrul van Röschmann gelukkig wat uitgemiddeld. Het is blijkbaar eenvoudiger als ze een tegenspeelster heeft die ze als klankbord kan gebruiken voor haar expressieve uitvallen. Maar ik had liever een volledig recital met Kozena gehoord, of tenminste een duorecital met een waardige partner. Het publiek was desalniettemin laaiend enthousiast en kreeg nog Brahms' duet Die Meere als bisnummer.
Publicatie: maandag 5 mei 2008 om 17:04
Rubriek: Liedrecital