Il Grand' Inquisitor

Petra Lang in de Munt

Met het recital dat Petra Lang en Charles Spencer gisteren in de Munt gaven, stond er nog eens een oerdegelijk Duits liedrecital op het programma.

Ze begonnen met een aantal Deutsche Volkslieder van Brahms. Deze collectie liederen bevat verschillende lichtere liederen of liederen met een knipoog, maar Petra Lang had gekozen voor liederen over verloren en onbeantwoorde liefdes. De eerste liederen waren nog niet zo interessant omdat ze soms nogal vaak luidruchtig ademhaalde, maar vanaf Da unten im Tale was ze in goede vorm. Ik heb dit lied zelden zo mooi en zo triestig gehoord. Het daaropvolgende Es ging ein Maidlein zarte werd dan weer gekenmerkt door veel afwisseling tussen de vier strofen. In de eerste is ze nog opgewekt als het meisje bloemen gaat plukken. De beschrijving van de ontmoeting met Magere Hein is beangstigend. Daarna wordt ze plots een klein meisje dat met een breekbare stem smeekt om niet te moeten sterven, waarna in het laatste deel het verdriet over haar dood de overhand neemt. Tijdens haar vertolking verandert haar gezichtsexpressie ook constant en volgt gelijke tred met haar stem.

Wagner is zowat de vaste componist van Petra Lang en dus is het ook geen verrassing dat ze zijn Wesendonck-Lieder zong. Meestal vind ik die vijf liederen niet zo boeiend, omdat de zangeres al te vaak de grenzen van haar kunnen moet aftasten. Dat was hier totaal niet het geval. Op geen enkel moment had ik het gevoel dat Petra Lang al aan haar limieten zat. Vooral Schmerzen en Träume zong ze met een ongelooflijke sensualiteit. Ik zou haar vertolking zelfs erotisch durven noemen. De manier waarop ze soms een "R" diep in haar keel laat rollen - het klinkt haast als een Franse r - is weliswaar onorthodox voor Duitse liederen, maar het klinkt wel sexy. Opvallend bij deze liederen was ook haar houding. Daar waar ze bij de Brahms-liederen nog een beetje acteerde, stond ze hier volledig stil, statig als een standbeeld met ineengehaakte handen. Ik stelde me daar zo Isolde bij voor die op de punt van haar schip staat en in de verte tuurt terwijl ze de zee oversteekt. Het enige spijtige van deze uitvoering is dat ze blijkbaar beslist heeft dat piano dicht moest. Daardoor worden de subtiele klanken die Charles Spencer speelt, veel te veel gedempt. Ik begrijp niet waarom zangers nog altijd zo veel schrik hebben van de piano...

Die gesloten piano was ook een probleem in de Mörike-Lieder van Hugo Wolf, aangezien de piano hier een misschien nog belanrijkere rol speelt dan bij Wagner. Het eerste lied, Begegnung, was trouwens het enige waarbij ik problemen had met hun keuzes. Naar mijn gevoel was dat veel te traag, waardoor die zwiepende wind niet tot zijn recht komt. Maar met Das verlassene Mägdlein gaf ze dan weer een geniale vertolking van de eenzaamheid van het meisje. Lebe wohl was pure klankschoonheid en met Storchenbotschaft toonde ze ook haar gevoel voor humor.

Voor Mahlers Rückert-Lieder verscheen de statige Petra Lang weer. Haar stembeheersing was ook hier weer schitterend waarbij ze over het volledig bereik van haar stem prachtig piano kon zingen. Het contrast met Christian Gerhaher een paar weken geleden in het PSK was gigantisch. Um Mitternacht klonk zoals het moest klinken en Ich bin der Welt abhanden gekommen was echt ontroerend. Ze ging nadien nog even verder met twee Mahlerbisnummers - Urlicht en Rheinlegendchen - om af te ronden met Brahms' Wiegenlied.

Publicatie: donderdag 6 maart 2008 om 16:43
Rubriek: Liedrecital