Johannes-Passion in deSingel
In de vastenperiode valt er altijd wel ergens een passie-concert mee te pikken. Zo werd gisteren in deSingel Bachs Johannes-Passion uitgevoerd in de gereconstrueerde "oerversie" uit 1724.
De uitvoerders waren het Koor en Orkest van de Nederlandse Bachvereniging onder leiding van Jos van Veldhoven. Dat "koor" en "orkest" moet wel met een serieuze korrel zout geïnterpreteerd worden. Het koor zal vast ergens in een file gezeten hebben, want uiteindelijk hadden één vrouw en twee mannen de weg naar Antwerpen gevonden. Dat is zelfs niet genoeg om te kaarten, laat staan om een Johannespassie te zingen. De vier solisten en de Jesus zongen dan ook de koralen en de koorpartijen mee. Met hun achten klonk het toch nog redelijk goed.
Dat kan echter niet gezegd worden van de miezerige orkestklank. Vier strijkers, twee hobo's en nog wat basso continuo is veel te weinig voor de blauwe zaal van deSingel. Tijdens de sopraanaria "Ich folge dir gleichfalls" werd de vioolsolo bijvoorbeeld zelfs gewoon van de scène gezongen. Maar het ging al van in het begin mis. Het openingskoor werd ouderwets traag uitgevoerd. Op zich heb ik geen probleem met zo'n traag tempo, maar dan heb je echt wel een orkest nodig dat dit aankan. Hier was er totaal geen cohesie waardoor alles uit elkaar viel.
Ondanks de totaal vibratoloze zangers, was de vocale bezetting wel overwegend goed. Alleen de stem van de contratenor Matthew White geraakt nauwelijks tot achteraan de zaal. Zijn hoge noten klinken wel... weliswaar niet mooi. Door die penetrante klank verpest hij "Es ist vollbracht", wat een van de meest ontroerende aria's van de Johannes-Passion zou moeten zijn. De tenor Andrew Tortise heeft ook geen al te grote stem, maar voldeed wel, zij het dat ik zijn interpretatie soms wat saai vond.
Ik was wel onder de indruk van de sopraan Maria Keohane. Zij zingt met voldoende expressie en variatie. Gewoon de verschillende manieren waarop ze 'Dein Jesus ist tot' zingt in haar aria "Zerfliesse, mein Herze" maakten veel goed. De bas Wolf Matthias Friedrich was zonder twijfel de meest dramatische zanger. Zijn interventies als Pilatus waren al schitterend, maar met "Eilt, ihr angefocht'nen Seelen" zorgde hij voor een van de meest spannende momenten van de avond.
Stephan MacLeod zong een goede Jesus, met een volle, ronde stem. De Evangelist heeft geen aria's en moet het dus volledig van de tekstinterpretatie hebben. Gerd Türk deed dat voortreffelijk met soms subtiele stemwendingen. Een typisch voorbeeldje was bijvoorbeeld hoe hij 'König' beklemtoont als hij het kruisopschrift "Jesus von Nazareth, der Jüden König" beschrijft. Daarmee leek hij te willen spotten met het jodenkoor dat eerder uitriep: "Wir haben keinen König denn den Kaiser." Maar ook de geselende coloraturen van 'Da nahm Pilatus Jesum und geißelte ihn' waren totaal geen probleem.
Publicatie: donderdag 14 februari 2008 om 18:24
Rubriek: Oratorium