Il Grand' Inquisitor

José van Dam in De Munt

De jaarlijkse aanwezigheid van José van Dam in een of andere operaproductie van De Munt zou ons haast doen vergeten dat het al van 1993 geleden is dat hij nog eens een Liedrecital gezongen heeft in De Munt. Maar gisterenavond was het zover en opende hij het Brusselse Liedseizoen samen met zijn vaste pianist Maciej Pikulski.

Verleden jaar waren ze nog te gast in de Vlaamse Opera en het programma in Brussel was heel erg vergelijkbaar met dat in Antwerpen... Schumann voor de pauze en Franse "mélodies" na de pauze.

De Kerner-Lieder bleken hoofdzakelijk een probleem voor wat de tessituur betrof, zoals bijvoorbeeld in Stirb, Lieb' und Freud'. Maar aangezien ik voor de pauze op een akoestisch afgrijselijke plaats zat - ik hoorde de piano drie keer en het leek wel alsof José van Dam ergens in een kartonnen doos zat te zingen - zou het oneerlijk zijn om veel meer over de Schumann te zeggen.

Na de pauze had ik mij een andere plaats gezocht waar alles een stuk beter klonk. De liederen van Debussy, Duparc, Poulenc en Ravel werden meesterlijk vertolkt. Enkel een zanger als François Le Roux kan dit evenaren, maar José van Dam heeft het bijkomende voordeel dat hij zijn vibrato veel beter onder controle houdt dan Le Roux...

De Fêtes galantes II van Debussy zijn zo van die liederen die in de handen van mindere zangers heel snel heel saai worden... wat trouwens voor zowat alle Debussy-liederen geldt. Maar als ik tijdens een uitvoering een "aha-Erlebnis" heb en spontaan aan Pelléas et Mélisande moet denken, dan weet ik dat het goed zit. En gisterenavond was dat dus het geval... al die Golauds die José van Dam in zijn carriere gezongen heeft, zullen er wel voor iets tussenzitten dat hij die typische Debussy-stijl perfect aanvoelt.

Na die Debussy kon de rest van de avond niet meer stuk. Maar het werd nog beter met Duparc. L'invitation au voyage was indrukwekkend, Extase was van een ontroerende schoonheid en hij eindigde met een hartverscheurende Chanson triste.

De miniatuurtjes van Poulencs Bestiaire werden heel "sec" vertolkt om te eindigen met Ravels Chansons de Don Quichotte à Dulcinée, waarmee hij verleden jaar ook in Antwerpen het recital afsloot. Vooral het drinklied op het einde is een geliefde uitsmijter en het is zo verleidelijk om hierin te overdrijven. Net zoals bij de vorige liederen is ook hier "stijl" het sleutelwoord. Maar er bestaat geen gevaar voor overacting bij José van Dam... geen halfdronken gezwalp over de scene of overmatig boeren, maar een rustige benadering van het dronken-zijn.

Het publiek - dat gisteren wel erg scheen te lijden aan bronchiale aandoeningen - kreeg nog twee bisnummers. Het enige bezwaar dat ik heb bij zijn eerste bisnummer, Schumanns Ich grolle nicht uit Dichterliebe, is dat hij op zijn minst de hoge optie had moeten zingen... zeker als het een bisnummer is. Maar de aansluitende Mandoline van Fauré veegde dat bezwaar meteen weer weg.

Dit recital wordt op 26 september uitgezonden door Klara en op 13 oktober door Musique3.

Publicatie: vrijdag 20 september 2002 om 11:02
Rubriek: Liedrecital