Il Grand' Inquisitor

Angelika Kirchschlager in Schwarzenberg

Het liedrecital van Angelika Kirchschlager en Helmut Deutsch bestond bijna volledig uit onbekende liederen. Als er iemand is die onbekend repertoire verkocht kan krijgen, dan is het de altijd even charmante Kirchschlager wel.

Het eerste deel bestond uit liederen van Mendelssohn, allemaal op teksten van Eichendorff, en van Franz Liszt. Het interessante aan haar keuze was dat er verschillende liederen waren, waarvan de gedichten bekend zijn dankzij meer bekende liederen van andere componisten. Tegelijkertijd werd het daardoor ook duidelijker waarom die andere versies veel bekender zijn...

Ze begon bijvoorbeeld met Es weiß und rät es doch keiner. Het is dezelfde tekst als Die Stille uit de Eichendorff-Liederkreis. Maar Schumanns lied heeft veel meer sfeer, terwijl Mendelssohn het veel dramatischer maakt. Im Rhein, im schönen Strome schildert Liszt andere beelden dan Schumann in Im Rhein, im heiligen Strome. Bij Liszt hoor je vooral het kabbelend water van de Rijn, terwijl Schumann meteen de Keulse dom in het vizier neemt, waarna hij uiteindelijk inzoomt naar het schilderij waarin de "Dichter" zijn geliefde herkent. Liszt beschrijft weliswaar mooi dat schilderij, maar er valt veel minder tussen de regels te lezen. Liszts versie van Es war ein König in Thule is ook geen partij voor die van Schubert. Verder was er ook nog zijn Die stille Wasserrose... iets beter bekend als Die stille Lotusblume van Clara Schumann.

Angelika Kirchschlager zong deze liederen met haar gebruikelijke inleving en tekstzuivere dictie. Heel mooi waren bijvoorbeeld Mendelssohn Pagenlied en Nachtlied. Soms klinkt ze wel iets minder natuurlijk en iets meer gecontroleerd dan een paar jaar geleden. Maar het laatste Lisztlied, O lieb, so lang du lieben kannst, zong ze met een schitterende mix van "Schmerz" en Weense flair.

Na de pauze ging de voorstelling van nieuw repertoire verder met Dvoraks Opus 83. Deze acht Liefdesliederen, die ze trouwens in de Duitse vertaling zong, bevielen me meer dan de Lisztliederen voor de pauze. Als extraatje vulde ze dit nog aan met Laßt mich allein. Brahms' Zigeunerlieder worden ook zo goed als nooit uitgevoerd, maar in tegenstelling tot de rest van het recital, maken ze wel deel uit van het collectief onderbewustzijn van alle liederfanaten. Het is in deze liederen dat Angelika Kirchschlager volledig in haar element kwam, met bijvoorbeeld een onvergetelijke Brauner Bursche führt zum Tanze of Röslein dreie in der Reihe blüh'n so rot.

Het was weer een avond waarbij de Angelika-Kauffmann-Saal spreekwoordelijk afgebroken werd, wat dan ook beloond werd met nog drie bisnummers... waaronder het onvermijdelijke Es muß ein Wunderbares sein, en traditioneel een Wiegenlied om echt af te sluiten.

Publicatie: woensdag 5 september 2007 om 13:34
Rubriek: Liedrecital