Diana Damrau in Schwarzenberg
Vorig jaar was Diana Damrau ook al te gast in Schwarzenberg en volgend jaar zal ze zelfs verschillende liedrecitals geven. Dit jaar zong ze een recital met Stephan Matthias Lademann aan de piano.
Het eerste deel van de avond bestond uit Italiaanse liederen, meestal op teksten van Metastasio. De drie openingsliederen van Salieri vond ik niet erg interessant, net zoals de daarop volgende van Beethoven... behalve het laatste lied L'amante impaziente waarvan ze twee versies zong. Het illustreert meteen het boeiendste aspect van Damrau. De tekst gaat over een vrouw die wacht op haar minnaar, maar deze beide versies zijn heel verschillend. In het eerste geval is het een dramatische interpretatie van een verlaten vrouw. De tweede versie is veel speelser, alsof ze het haar minnaar later wel betaald zal zetten. Damrau speelt beide rollen perfect, zonder echter te overdrijven. Ook bij alle andere liederen die ze zong, waren de emoties zonder problemen van haar gezicht af te lezen.
Aan expressiviteit ontbreekt het haar dus niet en ze zingt ook heel mooi, maar toch kon ze me op geen enkel moment ontroeren. Haar stem klinkt soms redelijk klein en af en toe probeert ze té zacht te zingen, waardoor de kern van haar stem verdwijnt en niet meer dezelfde kwaliteit heeft. Maar het grootste probleem van de avond was echter haar pianist. In die eerste liederen van Salieri produceerde hij een heel heldere klank alsof hij op de Steinway een klavecimbel probeerde na te bootsen... daar kan ik hem nog in volgen. Maar in zowat alle andere liederen, werkte zijn zwaar hamerend staccato constant op mijn zenuwen.
Voor de pauze zong ze ook nog een aantal liederen van Verdi. En alhoewel ze de karakterstudies van Lo spazzacamino of La zingara goed uitbeeldde, vond ik Verdi op een Schubertiade in het midden van het Bregenzer Wald toch wat vreemd klinken.
Na de pauze kwam het Duitse repertoire aan bod met Mahler en Strauss. Er was een vage rode draad waar te nemen met verschillende slaap- en droomliederen... zoals Mahlers Frühlingsmorgen of Strauss' Ständchen en Wiegenlied. Een lied zoals Liebst du um Schönheit zong ze tegen het einde aan zo traag dat het ook een dromerig karakter kreeg. Deze liederen werden aangevuld met liederen waarin ze weer haar acteertalent kon uitbuiten. Ik denk dan bijvoorbeeld aan Ablösung im Sommer of Strauss' Muttertändelei.
Voor de bisnummers bleef ze aanvankelijk bij Mahler (Rheinlegendchen) en Strauss (voor de derde keer deze Schubertiade weerklonk Morgen als bisnummer). Daarna wilde ze met Lady Godiva een lied uit een nieuwe liedcyclus (het klonk vaag als Engels) uitproberen om tenslotte - net zoals vorig jaar - te eindigen met Brahms' Wiegenlied.
Publicatie: maandag 3 september 2007 om 18:21
Rubriek: Liedrecital