Tiefland in Zürich
Voor velen is de opera Tiefland van Eugen d'Albert enkel een voetnoot in de operageschiedenis. Hij werd in 1903 gecreëerd in Praag, maar na een fiasco kreeg de herwerkte versie (met twee i.p.v. drie bedrijven) een tweede kans in 1905... en met succes. Tot en met de Tweede Wereldoorlog behoorde deze opera tot de populairste Duitse opera's. Hij had zelfs de twijfelachtige eer om één van Hitlers lievelingsopera's te zijn (naast Lohengrin en Meistersinger). Nadien werd het relatief stil rondom deze opera, een korte opflakkering in de jaren '70 niet te na gesproken.
Maar het lijkt alsof er een revival op komst is. Eerder dit seizoen stond hij ook al op het programma van Duisburg en met de nieuwe productie in Zürich wordt een substantiële bijdrage tot het repertoire geleverd... die volgend seizoen verdergezet wordt in andere operahuizen.
Het verhaal is nogal simpel. De herder Pedro is in dienst bij de grootgrondbezitter Sebastiano. Sebastiano huwelijkt zijn eigen verloofde Marta uit aan Pedro, aangezien hij zelf een rijkere huwelijkskandidate gevonden heeft en dringend geld nodig heeft... maar hij wil Marta wel houden als minnares. Pedro verhuist van hoog in de bergen naar de vallei - het "Tiefland" van de titel - en trouwt met Marta. Wanneer hij de "regeling" te weten komt, vermoordt hij Sebastiano en trekt samen met Marta, die ondertussen op Pedro verliefd geworden is, terug naar de bergen. Eugen d'Albert heeft hierbij zeer melodieuze melodieën gecomponeerd voor grote scènes en monologen. Pedro's herdersmelodie loopt als een Leitmotiv doorheen de volledige opera... tot zover de Duitse bijdrage tot het verismo.
Theaterregisseurs die zich aan opera wagen, blijken geen Belgische exclusiviteit te zijn. Matthias Hartmann is de artistiek directeur van het Schauspielhaus Zürich. Na De verkochte bruid in Zürich en Elektra in Parijs, is Tiefland slechts de derde opera op zijn palmares. Net zoals Guy Cassiers en Ivo van Hove, maakt hij ook gebruik van video en digitale/virtuele media. Het resultaat is een briljante enscenering waarin iedereen wel een andere verklaring kan vinden voor wat er op de scène gebeurt. Maar als ik de kranten van verleden week mag geloven, dan vond het premièrepubliek de regie maar niks.
De basis van de enscenering zit in de proloog waarin Pedro van Sebastiano een vrouw (en als extraatje haar molen) krijgt. We zijn in een labo waar een virtuele wereld gecreëerd wordt. In vier glazen kasten staan evenveel creaties, waaronder ook Pedro. Op een groot scherm erboven wordt de virtuele bergwereld gemengd met het beeld van Pedro. De "echte" wereld kan interageren met de virtuele via elektronische handschoenen. Eenmaal je dit uitgangspunt van vermenging van fictie en realiteit aanvaardt, dan is alles mogelijk.
De rest van de opera speelt zich af in een groot rond, ouderwets kantoor met rondom houten lambrizering. Dit kan de echte wereld voorstellen, waarin de vlees geworden Pedro binnentreedt... een beetje zoals "The Matrix". Of misschien is het een virtuele wereld waar de echte mensen kunnen instappen... een soort holodeck uit Star Trek. Uiteindelijk doet het er niet zo veel toe, er wordt een omgeving gecreëerd waarin de dodelijke driehoek zich kan afspelen, zonder idyllische bergdorpjes met molens te moeten maken.
Dirigent Franz Welser-Möst heeft een ideale bezetting rond zich verzameld. Tot en met de kleinste rol is er geen enkele zwakke schakel te bespeuren. Het is één van die zeldzame momenten dat alles - zowel zangers, regie als dirigent - op een unieke manier samenkomt. Peter Seiffert is één van de leidende Wagnertenoren van het moment. Hij is een complete zanger en zingt Pedro met zowel kracht als verfijning. Het eerste domineert in de bloedstollende Wolfserzählung "Mein Leben wage ich drumm" en tijdens de moord op Sebastiano. Het tweede komt ruimschoots aan bod in zijn "Zwei Vaterunser bet' ich vor dem Schlafengehn" uit de proloog of de liefdevolle scènes met Marta.
Petra Maria Schnitzer zet een even indrukwekkende Marta neer. Haar stem bevat veel metaal en kan gigantische proporties aannemen, zodat zelfs een tutti spelend orkest haar niet kan overstemmen. Zij combineert ook intieme momenten - bijvoorbeeld als ze verteld hoe ze bij Sebastiano terecht is gekomen in haar aria "Ich weiss nicht wer mein Vater war" - met dramatische (haar grote scène "Sein bin ich, sein! Sein Eigentum!").
Sebastiano is een grote baritonrol, weliswaar met niet veel diepgang. Matthias Goerne leent zijn donker mahoniehouten timbre voor deze rol. Alhoewel de rol interpretatief misschien wat te simpel is voor zijn expressieve mogelijkheden... maar hij klinkt fantastisch, ondanks zijn wollige dictie.
Tommaso is de dorpsoudste - in deze enscenering is hij de medeplichtige wetenschapper van Sebastiano - en werd gezongen door László Polgár. Het is de eerste keer dat ik deze bas hoor. Hij heeft een unieke stem die kern en transparantie combineert, tegelijk licht is en ook donker resoneert. Tenslotte was ook Eva Liebau een ontdekking. Ze zingt een ontroerend naïeve Nuri (een vriendin van Marta) met helder warme tonen en ook veel aandacht voor de tekst.
Het zal duidelijk zijn dat deze voorstelling in mijn top-vijf van het afgelopen seizoen thuishoort. Tijdens deze voorstelling werden ook tv-opnames gemaakt. Het zou me dus niet verbazen als er binnenkort een DVD van verschijnt...
Publicatie: dinsdag 11 juli 2006 om 10:13
Rubriek: Opera