Il Grand' Inquisitor

Bernarda Fink in het Conservatorium

Aan de opbouw van een programma kan je soms al zien hoe zelfverzekerd een zanger zich voelt als liedzanger. Voor het recital van Bernarda Fink en Anthony Spiri in het Conservatorium van Brussel stellen ze een programma voor zonder toegevingen, zonder gemakkelijk applaus.

Het programma was opgebouwd rond haar culturele achtergrond... Argentinië, Slovenië en Duitsland. De eerste helft van het recital bestond volledig uit Duitstalige liederen, maar ook daar blijft ze ver weg van de platgetreden paden... In dem Schatten meiner Locken was nog het bekendste lied van de avond. De overgrote meerderheid bestond uit liederen over verdriet, eenzaamheid en gebroken harten. Slechts af en toe werd voor enige ontspanning gezorgd door iets lichtere liederen... zoals dat lied uit het Spanisches Liederbuch of een aantal Wiegenlieder. Maar toch was de balans niet helemaal in evenwicht. Wat niet wegneemt dat ze heel diep kan, en durft, te gaan om die minder aangename emoties te vertolken.

De drie eerste Haydn-liederen waren nog maar opwarmtjes, maar het patroon was meteen duidelijk. Das Leben ist ein Traum is op het eerste zicht niet zo dramatisch, maar toch is er al een zweem van bitterheid in Finks gezang. Die Verlassene is uiteraard pure ellende. Maar het geheel werd afgerond met het dubbelzinnige Die zu späte Ankunft der Mutter.

Vervolgens maakte ze een sprong naar Hugo Wolf met twee Lenau-liederen en twee liederen uit het Spanisches Liederbuch. Frage Nicht was heel donker gekleurd en In dem Schatten meiner Locken sloot ook het Wolf-blokje af met een knipoog. Sieben frühe Lieder van Alban Berg staan wel vaker op het programma van mezzo's, alhoewel ik nog altijd niet begrijp waarom. Ook Bernarda Fink kon me niet overtuigen van de kwaliteit van deze Straussiaanse liederen. Ze zong er slechts vier en het eerste - Nacht - klonk haast als een monoloog van de Marschallin, wat op zich wel een interessant idee is.

Het deel na de pauze viel uiteen in een Sloveens en een Argentijns deel. Onbekende componisten als Skerjanc, Ipavec en Pavcic passeerden de revue met vergelijkbare thema's als in het eerste deel. De expressieve mogelijkheden van Bernarda Fink moesten volstaan om de sfeer van elk lied weer te geven, aangezien Sloveens enigszins onbegrijpbaar is voor mij. De Argentijnse liederen van Guastavino, Buchardo en Ugarte waren een positieve tegenhanger met iets meer vrolijkere liederen.

In de bisnummers kwamen de drie talen terug met een Sloveens lied in een lokaal dialect en Canción al arbol del olvido van Ginastera. Tussenin zong ze nog een klein eerbetoon aan Mozart met een geniale uitvoering van Das Veilchen.

Publicatie: zaterdag 13 mei 2006 om 08:41
Rubriek: Liedrecital