Il Grand' Inquisitor

Schubertiade, deel 2

Na het opwarmertje de dag ervoor, kregen we op vrijdag 30 augustus dan het geplande recital van Thomas Quasthoff en Justus Zeyen.

Het eerste deel van het programma bestond uit Schubertliederen op hoofdzakelijk teksten van Goethe. Toen Thomas Quasthoff vier jaar geleden zijn debuut maakte op de Schubertiade zong hij dezelfde liederen en in vergelijking met toen is zijn interpretatie van bv. Prometheus nog indrukwekkender geworden. Ik kan niemand bedenken die de woede, het sarcasme en de minachting voor de goden op een aangrijpender manier kan vertolken dan hij...

Het tweede deel was "nieuw" met hoofdzakelijk het ijzeren repertoire voor wat de Strauss-liederen betrof met bijvoorbeeld Zueignung en Morgen. Hij besloot met een aantal Mörike-Lieder van Hugo Wolf met o.a. Storchenbotschaft waarin hij zich helemaal kon uitleven. De reactie van het publiek was vergelijkbaar met de avond ervoor, alleen krijg hij er nu ook een staande ovatie bij...

Zaterdagavond mocht Angelika Kirchschlager haar tweede recital geven, deze keer met Julius Drake aan de piano. Het had een duo-recital moeten worden met Simon Keenlyside; maar aangezien hij zich ziek gemeld had, klaarde ze de klus alleen...

Na het schitterende recital op woensdag waren de verwachtingen hoog gespannen... misschien een beetje té hoog, want tijdens het eerste deel sprong bij mij de vonk niet echt over, alhoewel er niets aan te merken viel op haar uitvoering van een aantal Schubert- en Brahmsliederen of Wolfs Mignon-Lieder. Na de pauze begon ze met Schumanns versie van de Mignon-Lieder en hoewel die volgens mij niet kunnen tippen aan de versies van Schubert of Wolf keerde met het laatste Lied Kennst du das Land het gevoel van het eerste recital terug. Daarna liet ze me niet meer los met een aantal Mörike-Lieder en een selectie uit het Italienisches Liederbuch.

Zoals eerder aangekondigd was Ian Bostridge ook geveld door een verkoudheid en werd hij vervangen door Thomas Quasthoff en Justus Zeyen... hun derde recital in vier dagen tijd. Deze keer brachten ze Schwanengesang en Brahms' Vier ernste Gesänge met tussenin nog vier Schubertliederen, waaronder Der Tod und das Mädchen waarin hij zijn basregister 100 % aanwendde om "der Tod" te karakteriseren.

Vorig jaar had hij op de Schubertiade ook al een onvergetelijke Schwanengesang gezongen. In vergelijking daarmee was die van dit jaar bijna experimenteel te noemen, met veel meer dynamiek... vooral in de Rellstab-liederen. Maar het waren toch de Heine-liederen die de meeste emoties losweekten. Der Atlas is hem op het lijf geschreven en bij de diminuendo die hij op het einde uit zijn mouw schudt, zie je Atlas letterlijk bezwijken onder "die ganze Welt der Schmerzen". Ook zijn Doppelgänger is ongeëvenaard die hij - net als verleden jaar - heel, maar dan ook heel, piano inzette om dat dan heel langzaam op te bouwen tot hij zijn evenbeeld herkent. De aansluitende Taubenpost leek te kort om de intensiteit van de eerder opgeroepen emoties te verwerken...

En weer een staande ovatie na de bisnummers; hij was trouwens de enige zanger tijdens de Schubertiade die erin slaagde om dit van het publiek gedaan te krijgen.

Tijdens de Schubertiade programmeren ze altijd een paar namiddagconcerten om meerdere - meestal jongere - zangers op het podium te brengen. Dit geeft dan meestal aanleiding tot een programma met een aantal van Schuberts meerstemmige liederen. Op maandag 2 september was er zo'n concert met vier jonge zangers die begeleid werden door Wolfram Rieger. Alleen werden de kwartetten, duetten en terzetten afgewisseld met groepjes van drie-vier liederen waarin elk van de zangers zich individueel konden profileren.

De bariton Florian Boesch zong drie Schubertliederen op Italiaanse teksten (D.902). Zijn stem is nog een beetje ruw, maar heeft wel voldoende karakter en individualiteit om te boeien.

Stella Doufexis was een van de redenen waarom ik dit concert wilde horen en was benieuwd hoe ze geëvolueerd was sinds haar recital in deSingel een paar jaar geleden. Ze zong de Mignon-Lieder van Schubert met een absoluut aangrijpende Nur wer die Sehnsucht kennt.

De tenor Marc Ullmann had een paar dagen eerder al ingesprongen ter vervanging van de eerste helft van het Bonney-recital... en in dit concert bevestigde hij enkel de belabberde indruk die hij toen gemaakt heeft.

En om te eindigen was er de sopraan Genia Kühmeier. Ze zong o.a. een "degelijke" Nacht und Träume en Die junge Nonne, alhoewel ze daarmee niet dezelfde intensiteit opriep als Angelika Kirchschlager een week eerder.

Bij de meerstemmige liederen viel vooral - het mij onbekende - Ein altschottische Ballade op, alhoewel het dezelfde tekst is als het beter bekende Edward van Carl Loewe... alleen heeft Schubert er een duet van gemaakt tussen Edward (gezongen door Florian Boesch) en zijn moeder (Stella Doufexis).

Publicatie: maandag 9 september 2002 om 22:45
Rubriek: Liedrecital