Platée in Parijs
Gisteren in Palais Garnier, was enige nostalgie naar de tijd dat Marc Minkowski nog in Antwerpen dirigeerde onvermijdelijk. Het waren hoogdagen voor de Vlaamse Opera toen hij, in 1999, de Parijse productie van Platée naar België haalde. In Parijs werd deze opera ondertussen ook al verschillende keren hernomen, en ook nu nog zat de opera stampvol.
Laurent Pelly was indertijd nog redelijk onbekend maar heeft sindsdien naam gemaakt met o.a. een aantal Offenbach-ensceneringen voor Le Châtelet, ook met Minkowski. Zijn enscenering van de moerasnimf, zeg maar kikker, Platée die door de goden emotioneel misbruikt wordt om het huwelijk van Jupiter en Junon (tijdelijk) te herstellen, is na al die jaren nog altijd een leuke productie.
Denk maar aan de ouverture terwijl de ouvreuses het koor hun plaats wijzen op het nagebouwde amfitheater. Of het neerdalen van Jupiter als ezel, uil of gouden regen. Of La Folie die op een podium boven het orkest af en toe de taak van dirigent overneemt, Minkowski gaat er terwijl maar even bij zitten. Of de veelvuldige dansjes ter verstrooiing van Platées huwelijk. Het is allemaal nog even onderhoudend.
Een aantal zangers gaan ook al mee sinds de eerste première. Gezien het aantal voorstellingen wordt Platée afwisselend door twee zangers gezongen. In Antwerpen was dat Jean-Paul Fouchécourt en hij is nog altijd één van de twee Platées. Ik hoorde echter Paul Agnew, die in Antwerpen nog de rol van Mercure zong. Paul Agnew heeft zeker geen grote of mooie stem, maar voor deze rol is dat ook niet echt nodig. Platée is eerder een karakterrol die toevallig ook een titelrol is. Hij kan gemakkelijk de show stelen met zijn acteertalent en kikker-onomatopeeën van al de Franse oi-klanken die als kwaken overkomen... als je het een beetje (veel) overdrijft.
Maar ook de rest van de bezetting was uitstekend. Ze was overwegend Franstalig, wat de verstaanbaarheid ten goede kwam. Ik zat weliswaar op een plaats waar ik geen zicht had op de boventitels - tenzij ik mijn nek in allerlei oncomfortabele bochten zou gewrongen hebben - maar die boventitels waren ook totaal overbodig.
François Le Roux is ook van de partij als Cithéron en hij is de enige waarvan de leeftijd en de vocale ouderdom stilaan hoorbaar wordt. Maar de twee vaste Minkowski-tenoren zijn ronduit schitterend: Yann Beuron zingt Mercure en Bernard Richter is tijdens de proloog te horen als Thespis. Mireille Delunsch zingt ook nog altijd La Folie. Dit is het repertoire waarvoor ze perfect geschikt is. Ik kan me dan ook niet voorstellen hoe ze volgend seizoen Elsa in de Bastille gaat zingen naast de Lohengrin van Ben Heppner en de Ortrud van Waltraud Meier... maar dat is voor volgend jaar.
Publicatie: zondag 7 mei 2006 om 10:29
Rubriek: Opera