La damnation de Faust in deSingel
Het komt niet zo vaak voor dat in deSingel een opera opgevoerd wordt, als we de uitwijkingen van de Vlaamse Opera even niet meerekenen. En dus wordt een opvoering van La damnation de Faust al snel iets om naar uit te kijken... zeker met een veelbelovende bezetting met Valery Gergiev aan het hoofd van het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor.
Maar om een of andere reden, werden de helft van de aangekondigde solisten vervangen door andere zangers. Daarenboven heb ik in de wandelgangen het gerucht opgevangen dat Gergiev ook ziek zou zijn, waardoor ze amper hebben kunnen repeteren. Als dat effectief waar is (en Gergiev zag er wel wat plat uit, maar anderzijds ziet hij er meestal nogal afgepeigerd uit), dan was de voorstelling een de facto generale repetitie voor de uivoering aanstaande zaterdag in het Amsterdams Concertgebouw.
Maar desalniettemin produceerde het RPHO een mooi geluid, waarbij verschillende speciale effecten die Berlioz in zijn partituur gestoken heeft, toch wel tot uiting kwamen. Ik denk bijvoorbeeld aan de sinistere achtergrondgeluiden op het moment dat Faust de gifbeker aan zijn lippen zet, de ijle klanken tijdens het ballet van de bosnimfen, of de nerveuze trippelgeluiden tijdens het "Chanson du rat" (gezongen door een heel on-Frans klinkende Brander van Günther Groissböck).
Méphistophélès werd gezongen door Ildar Abdrazakov, ter vervanging van Willard White. Hij heeft een mooi getimbreerde stem met toetsen van honing en met zachte rondingen. Zijn slanke bas is een interessante keuze, waardoor je minder duivelse klanken krijgt, maar des te meer verleidelijke klanken. Op zuiver auraal vlak zingt hij mooi, maar interpretatief is het nogal magertjes... hij lijkt ook wel vergroeid met zijn partituur. Voor een lied als "Une puce gentille" heb je idealiter een zanger met ervaring in liedinterpretatie nodig, maar dat is hij totaal niet. Het lied is plots voorbij en je hebt eigenlijk geen idee waar het over ging. Ook zijn serenade "Devant la maison" ontbreekt aan charme en verleiding.
Interpretatieve inzichten ontbraken echter niet bij Burkhard Fritz, die Faust zong in de plaats van Paul Groves. Je kan echter vragen stellen bij zijn keuzes. Zijn Invocation "Nature immense" vond ik bijvoorbeeld veel te agressief. Het grootste probleem is dat hij niet veel gevoel heeft voor de Franse stijl. Als hij tijdens het duet met Marguerite de toonladder op "je t'aime" zingt, dan zingt hij in de hoogte met dezelfde kracht als al de rest, terwijl het een stuk mooier en beter zou klinken als hij dan zijn stem zou afslanken tot een voix mixte. Ik stel me ook vragen bij zijn projectie. Ik zat weliswaar redelijk vooraan in de zaal en kom hem perfect horen en verstaan, maar had toch de indruk dat zijn stem misschien niet tot achteraan de zaal draagt.
Toen Eva-Maria Westbroek na de pauze voor het eerst optrad als Marguerite, kreeg ik heel even het gevoel dat er toch iemand was die idomatisch Frans kon zingen. Maar dat was slechts van korte duur en ze verviel snel in een geëgaliseerde vertolking. Maar haar grote aria's zoals "Le roi de Thulé" en "D'amour l'ardente flamme" waren wel degelijk gezongen - ze heeft ook een grote stem - met af een toe een opflakkering van hoop, maar niet voldoende om echt te overtuigen.
Het ligt misschien aan de vervangingen (en de mogelijk beperkte repetitietijd), maar ik had van dit concert meer verwacht. Bij momenten waren er wel mooie orkestrale en vocale momenten, maar te weinig om tot een geniaal meeslepend concert te leiden.
Publicatie: donderdag 9 februari 2006 om 18:20
Rubriek: Opera