Il Grand' Inquisitor

Jephta in deSingel

Het volgende oratorium in het Handel-project van het Collegium Vocale Gent in deSingel was Jephta. Deze keer werden ze orkestraal ondersteund door de Akademie für Alte Musik, onder leiding van Attillio Cremonesi.

Jephta was Handels laatste oratorium en er is eigenlijk relatief weinig inbreng van het koor. Het oratorium stelt vooral de personages centraal. Het verhaal vertoont enkele overeenkomsten met Mozarts Idomeneo, aangezien Jephta aan God belooft om het eerste wezen te offeren dat hij tegenkomt als hij de Ammonieten kan verslaan. En dat eerste wezen blijkt toevallig zijn dochter Iphis te zijn...

Jephta werd gezongen door de nasaal klinkende tenor Agustin Prunell-Friend. Hij heeft eigenlijk een hilarische stem. Vooral als hij coloraturen zingt, dan kakelt hij als een kip die een ei moet leggen. Interpretatief vond ik hem niet echt overtuigend. In het eerste bedrijf - voor hij ten oorlog trekt - kan hij wel doen geloven in de strijder. Maar diezelfde expressie gebruikt hij ook verder in de "wild despair" van het tweede bedrijf als hij beseft dat hij zijn dochter moet offeren, en waarbij hij veel te veel de nadruk legt op het "wild"-aspect en veel minder op de wanhoop. Enkel in zijn laatste begeleide recitatief van het tweede bedrijf "Deeper, and deeper still" zijn er momenten van vaderlijke gevoelens van verdriet merkbaar.

Op zich was het wel degelijk gezongen, maar ik had wat meer inleving gewild. De dames scoorden op dat vlak een stuk beter.

In de eerste plaats natuurlijk Iphis zelf, zoals ze door Sibylla Rubens neergezet werd. Zij heeft haar grootste momenten vooral tijdens het tweede bedrijf. Daarin moet ze van de ene emotie op de andere overstappen. In het begin bereidt ze zich jubelend voor op het terugzien van haar vader en de overwinning met "Tune the soft melodious tune" en nadien volgt de zegenvierende begroeting van haar vader met "Welcome as the cheerful light". Maar hét moment komt als ze berust in haar lot. Iedereen probeert te begrijpen wat er gebeurd is en roept God aan om van gedacht te veranderen. Temidden van al dat gekrakeel zingt Sibylla Rubens "... with content I shall resign" en geeft op een aangrijpende manier weer dat de prijs die zij moet betalen te verwaarlozen is in ruil voor voor de bevrijding van haar volk.

Ingeborg Danz voelt zich ongetwijfeld thuis in de rol van Storgè, de vrouw van Jephta. In het eerste bedrijf zingt ze eerst de afscheidsaria "In gentle murmurs will I mourn" als Jephta vertrekt. Even later orakelt ze "Scenes of horror, scenes of woe" als een moeder die een voorgevoel heeft dat het slecht gaat aflopen. In het tweede bedrijf is ze een minder standvastig moeder en transformeert ze zich haast in een furie - "Let other creatures die" - als ze hoort dat haar dochter moet sterven. Ingeborg Danz is duidelijk niet enkel de grote Bach-zangeres maar kan ook in Handel - als de tekst het toelaat - alle expressieve registers inzetten.

Publicatie: woensdag 11 januari 2006 om 16:17
Rubriek: Oratorium