Il Grand' Inquisitor

Robert Holl in Schwarzenberg

Een Winterreise die 95 minuten duurt, moet ongetwijfeld een kandidaat zijn voor het "Guinness Book of Records". De daders voor deze prestatie waren de Nederlandse bas-bariton Robert Holl en de pianist Oleg Maisenberg. Ze maakten er een plechtige, haast sacrale, gebeurtenis van met veel slow-motion-effecten. Het zal duidelijk zijn dat een dergelijke trage uitvoering mij niet echt kan bekoren.

De lange uitvoeringstermijn is te wijten aan twee aspecten. Ten eerste is er de keuze van de tempo's van de individuele liederen. Het karakteristieke ritme van de Wanderer die door de sneeuw stapt, was uiteraard totaal afwezig. Het leek meer op iemand die op handen en voeten door de woestijn kruipt op zoek naar water. Vanuit een psychologisch standpunt gezien, is dat misschien nog zo gek niet... maar dan had Schubert zijn cyclus wel een andere naam gegeven.

De 'schuldige' voor deze comateuze tempo's lijkt me hoofdzakelijk Robert Holl te zijn. Er waren namelijk twee liederen - Der stürmische Morgen en Mut - waar de zanger en de pianist overduidelijk vochten om het "juiste" tempo. Schubert heeft beide liederen (waarschijnlijk niet toevallig) aangeduid met 'ziemlich geschwind'. Dat was ook ongeveer het tempo waarmee Maisenberg begon. Maar Robert Holl haalde telkens het tempo naar beneden als hij begon te zingen... waarna Maisenberg terug versnelde voor zijn tussenstukjes... en zo scheurden ze deze liederen samen aan flarden.

De tweede reden voor de lengte van het recital heeft te maken met de pauzes tussen de liederen. Het komt de continuïteit van de cyclus niet ten goede als er telkens een dood moment van 20 à 30 seconden valt. Bij elk lied moet de draad dan weer opgepakt worden. Korte pauzes hoeven niet altijd negatief te zijn, maar er zijn van die momenten in Winterreise waar té lange pauzes dodelijk zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan de reeks liederen van Der greise Kopf tot en met Der stürmische Morgen. Deze liederen hangen zodanig aan elkaar dat ze, als het ware, in één adem gezongen moeten worden. Ook als Die Nebensonnen meteen gevolgd wordt door de draailier van Der Leiermann ontstaat een aangrijpend effect. Maar dat was hier dus niet het geval... in die mate zelfs dat ik geen cyclus gehoord heb, maar 24 losse liederen, die blijkbaar niets met elkaar te maken hebben...

Robert Holl heeft nochtans een prachtig timbre en een uitstekende dictie, zonder wollig te worden. Maar op interpretatief vlak deed hij me nooit op het puntje van mijn stoel zitten. Op zich is het lovenswaardig dat hij Schuberts partituur - op de tempo's na - op een onderdanige manier in het centrum van zijn vertolking zet. Er is bijvoorbeeld ook geen enkele "lelijke" noot te horen. Maar ik had nooit de indruk dat hij verder wilde gaan om ook een idee te geven van wat er tussen de regels staat. Van een zanger met de intelligentie en de kennis van Robert Holl had ik iets anders verwacht.

Publicatie: woensdag 31 augustus 2005 om 09:51
Rubriek: Liedrecital