Il Grand' Inquisitor

Il barbiere di Siviglia in Antwerpen

De Vlaamse Opera besloot haar seizoen met de publiekstrekker Il barbiere di Siviglia in de Bourla. Voor de regie hadden ze weer Guy Joosten gevraagd. Maar aangezien hij in "Alinea" op klara al verteld had dat hij niet wist wat hij met die opera moest aanvangen, beloofde dat al niet veel goeds voor het eindresultaat.

En het resultaat was er dan ook naar. Om te beginnen verplaatst hij de handeling naar Italië, omdat hij het niet geloofwaardig vindt dat men in Sevilla Italiaans zingt. Dat is weliswaar een van de meest belachelijke redenen die ik ooit gehoord heb, maar dat is op zich nog niet zo erg. Het is een stuk erger dat hij zowat alle komische elementen, die Rossini, zijn librettist Sterbini en Beaumarchais bedacht hebben, blijkbaar niet goed genoeg vond. Hij vervangt die dan door zijn eigen "grappen", die niets met de opera te maken hebben... en zelfs niet grappig zijn. Een willekeurige aflevering van FC De Kampioenen is tien keer grappiger dan wat Joosten aan de Vlaamse Opera verpatst heeft.

Verder laat hij alles afspelen in een kapperszaak waar Bartolo de baas blijkt te zijn en Figaro en Rosina allebei meehelpen in die kapperszaak. Daardoor worden alle nauwkeurig uitgedachte relaties tussen de protagonisten teniet gedaan en stapelen de ongerijmdheden zich op... waarom moet Almaviva al die moeite doen om Rosina te spreken te krijgen als ze gewoon in die kapperszaak rondloopt ?

Nog zo een van die "grappen" komt op het einde van het eerste bedrijf als Almaviva zijn identiteit bekend maakt aan de carabinieri (zoals ze hier voorgesteld worden)... maar geen enkele van de agenten blijkt te kunnen lezen. Sommigen vinden dergelijke clichés waarschijnlijk ongelooflijk grappig, maar daardoor wordt heel de aanleiding van de daarop volgende verwarringsscène vakkundig de grond ingeboord.

En dan heb ik het nog niet over overbodige "vondsten" als Don Basilio voor te stellen als een maffiabaas, terwijl er nog wel gewoon over hem gezongen wordt als een 'maestro di musica'. En zoals gewoonlijk weet Joosten ook weer geen blijf met het koor. Er is ook een scène waarin een of andere onherkenbare BV zijn haar komt laten knippen. Eenmaal zijn haar geknipt, verschijnt hij dan vanachter de krant. Gisterenavond was dat Willy Claes.

Het zal waarschijnlijk niet verbazen dat ik me niet echt geroepen voelde om na de pauze te weten te komen hoe de opera zou moeten aflopen volgens Joosten. Als het muzikale deel nog enigszins goed zou geweest zijn, was ik misschien nog wel gebleven, maar bijna geen enkele van de zangers gaf blijk van Rossiniaanse esprit.

Stephanie Houtzeel zingt "Una voce poco fa" alsof ze Carmen is. Iain Paton worstelt met Almaviva's coloraturen van "Ecco ridente in cielo". Zijn serenade "Se il mio nome saper voi bramate" hebben ze zelfs geknipt en wordt met een bandje ten gehore gebracht. Lionel Lhote zingt een redelijke Figaro, maar voor zijn "Largo al factotum" rekent hij teveel op vocale effectjes en verstoort daardoor soms zijn zanglijn. Urban Malmberg is nog de beste zanger als Bartolo en zingt een geslaagde "A un dottor dell mia sorte" zonder over zijn tong te struikelen. Maar het is erg als de Bartolo de zaak moet proberen te redden.

Voor de voorstelling kwam Marc Clemeur nog even op het podium en begon met ons gerust te stellen dat "er niets mis is met de voorstelling" (sic), waarna hij een minuut stilte vroeg voor de slachtoffers van de aanslagen in London.

Publicatie: vrijdag 8 juli 2005 om 08:04
Rubriek: Opera