La Wally in Düsseldorf
Catalani's La Wally is zo'n één-aria-opera uit de verismo-periode die zo goed als nooit (meer) opgevoerd wordt. Maar als de Deutsche Oper am Rhein dan toch een nieuwe productie maakt, dan is dat reden genoeg om er eens voor naar Düsseldorf te trekken.
Het pseudo-eenheidsdecor bestaat uit twee elkaar kruisende loopbruggen - één van links naar rechts, de andere van boven de orkestbak hoog oplopend naar achteraan de scène - met daartussen paardenmolens. Binnen de prosceniumboog was een tweede proscenium gebouwd met ingebouwde lampjes. Ik veronderstel dat die kermistoestanden het volkse karakter van het Tiroolse dorp moeten voorstellen. Maar waarom er ook een (kleinere) paardenmolen op de Murzoll-gletsjer in het laatste bedrijf staat, ontgaat me enigszins. Het nadeel van dit decor is wel dat de zangers en het koor slecht hoorbaar zijn als ze achter die verkleinde prosceniumboog staan.
De regisseur Nicolas Joël wil - naar eigen zeggen - de opera vooral beschouwen als een één-tegen-allen-productie, waarbij Wally het opneemt tegen de rest van de maatschappij. Dat komt onder andere tot uiting in de kostuums. Iedereen draagt zwarte kostuums die op Tiroler Tracht geïnspireerd zijn, behalve Wally. Haar garderobe bestaat uit een bruidsjurk, lange avondkledij en een bontmantel. De "valzer del bacio" is ook geen speelse dans, maar een voyeuristische scène waarbij heel het dorp toekijkt of Hagenbach een kus kan stelen van Wally. Alles bij elkaar is het geen bijster interessante productie, maar ze werkt ook niet echt op mijn zenuwen.
Wat wel op mijn systeem werkte, was het orkest. De dirigent Alexander Joel wilde precies eens uittesten hoe luid de Düsseldorfer Symphoniker kon spelen. Op een paar uitzonderingen na - het intermezzo voor het derde bedrijf bijvoorbeeld - werden alle nuances weggeblazen. De zangers moesten uiteraard ook tegen dat orkestraal geweld opboksen. Voor de tenor Aleksandrs Antonenko (Hagenbach) kwam dat waarschijnlijk goed uit, want veel verder dan brullen komt hij niet. Ook Boris Statsenko (Gellner) staat constant te forceren om gehoord te worden.
Morenike Fadayomi was zowat de enigste die zich niet liet doen door het orkest. Zij heeft de spinto-kleuren voor Wally en zingt haar "Ebben ... Ne andrò lontana" met voldoende nuancering. Maar om een echte spinto-stem te zijn, heeft ze niet voldoende kracht in het lage register. Verder doorspekt ze haar interpretatie af en toe met veristisch Sprechgesang of zwak waanzinnig gelach. Dat laatste is - volgens het programmaboek - op vraag van de dirigent omdat hij het lachen dat Catalani gecomponeerd had niet "natuurlijk" genoeg vond. Maar hij heeft blijkbaar geen problemen met een Wally die in onderjurk en op blote voeten over de Murzoll-gletsjer loopt.
Publicatie: maandag 16 mei 2005 om 21:19
Rubriek: Opera