La forza del destino in Essen
Gisteren ging in het Aalto-Theater een nieuwe enscenering van La forza del destino in première... waarbij het voltallige productieteam uitgejouwd werd op het einde.
Alvaro, Leonora, Vargas (foto © Predieri Alvise)
De regisseuse Sláva Daubnerová maakte er ook een zootje van. In de eerste scène laat ze bijvoorbeeld Leonora expliciet haar vader doodschieten, waardoor meteen de hele aanleiding van het noodlotthema teniet gedaan wordt. Dat deze scène zich afspeelt achter een gaas waarop irrelevante videobeelden geprojecteerd worden, is meteen minder ergerlijk. Andere vondsten zijn het opvoeren van Preziosilla als een drag queen, of het koor als een bende zombies rond de herberg te laten sluipen, of Melitone boeken te laten uitdelen in plaats van voedsel... je zou voor minder in opstand komen. Ze laat Leonora ook in haar vuile trouwjurk als een geest rond Alvaro en Vargas cirkelen tijdens hun scène van het derde bedrijf, maar dat valt nog enigszins te plaatsen. Volker Hintermeier heeft een gigantisch standbeeld ontworpen, waarrond de herbergscène zich afspeelt. Voor het slagveld is het bovenste stuk van het standbeeld afgebroken, en staat er een stelling rond waarop het koor zich uiteraard overgeeft aan vleselijke lusten... zucht. Echt rampzalig was het idee om het klooster voor te stellen met zes wanden van vierentwintig TL-lampen. Na een half uur in dat witkoude licht kijken, zie je scheel.
Op muzikaal vlak was het ook een matige uitvoering onder leiding van Andrea Sanguineti, die sinds vorig seizoen de nieuwe chef-dirigent is in Essen. De laatste keren dat ik Roberto Scandiuzzi gehoord heb, was de vocale aftakeling al ingezet. Maar gisteren was hij uitzonderlijk goed bij stem, waardoor hij zelfs een van de beste zangers van de avond was. Hij zong Padre Guardiano met een mooi stromende en ronkende bas, die de zaal moeiteloos vulde, wat "Il santo nome" met het mannenkoor tot een hoogtepunt van de avond maakte. Bettina Ranch is ook altijd een plezier om te horen. Zelfs in een ondankbare rol als Preziosilla zijn haar kwaliteiten als Verdi-mezzo onmiskenbaar, strijdvaardig in "Al suon del tamburro", overlopend van energie in het Rataplan-koor.
Astrik Khanamiryan was daarentegen een zwakke Leonora. Haar stem heeft de correcte spinto-kleur voor de rol, maar daar houdt het dan ook op. Ze geraakt met moeite aan het einde van een frase: in plaats van dan maar extra te ademen, krijgen we een kortademige Leonora. Haar lage noten hebben geen gewicht. Het gebed "Madre, pietosa Vergine" kon me dan ook niet ontroeren. En haar grote aria "Pace, pace, mio Dio" rammelde aan alle kanten, zowel stilistisch (amper een portamento te bespeuren) als vocaaltechnisch (nauwelijke enige nunacering, de voorgeschreven messi di voce worden totaal genegeerd). Jorge Puerta heeft op zich wel een aangename tenor, maar hij klinkt te week waardoor hij te weinig slagkracht heeft voor Alvaro. "La vita è inferno" zonder squillo is als een taart zonder kers. Massimo Cavalletti is over het algemeen een redelijk goede Vargas in zijn ballade "Son Pereda", maar komt wisselvalliger over in "Urna fatale".
Publicatie: zondag 10 november 2024 om 10:40
Rubriek: Opera