La traviata in Luik
De opera van Luik opende het seizoen met een nieuwe productie van Verdi's La traviata.
Violetta (foto © ORW)
De regisseur Thaddeus Strassberger begint de voorstelling, nog voor het officiële stemmen van het orkest, met een apertiefhapje. Er zingt iemand een lied, begeleid met piano, en er wordt wat gedanst door het ballet. Dit was ingegeven door het feit dat bij de première in 1853 de opera ook voorafgegaan werd door een ballet. Nu, alles speelt zich af achter een half gesloten gordijn, waardoor een deel van het publiek dat op een zijbalkon zit (zoals ik), amper ziet wat er gebeurt.
Het feest van het eerste bedrijf speelt zich af in een theater. Violetta is een soort Tosca-diva, Alfredo is dan een bewonderaar vanuit het publiek. Dit feest (en het feest bij Flora in het tweede bedrijf) is een kleurrijk spektakel, waarvoor de kostuumontwerper Giuseppe Palella even volledig uit de bol kon gaan. In het tweede bedrijf bevinden we ons in een villa in jaren '50-'60-stijl, waarbij op het einde van de eerste scène de deurwaarders alles komen ophalen om Violetta's schulden af te betalen... een interessante vondst om de overgang naar de feestscène efficiënt te maken. Verder voegt hij een paar details toe, zoals Grenvil die ook in het eerste bedrijf al aanwezig is om Violetta een medicijn in te spuiten, of Germont die zijn dochter meebrengt naar zijn bezoek bij Violetta (wat "Dite alla giovine" wat vreemd maakt). Maar alles bij elkaar is het een degelijke en onderhoudende productie.
De titelrol werd gezongen door Irina Lungu. Ze begint heel zwak aan de voorstelling: met ritmische chaos in bijvoorbeeld "Libiamo" of "Un di, felice", een slechte uitspraak of zwakke stemprojectie, hoge noten met de charme van gebroken glas. Het lijkt alsof ze zich spaart voor haar grote aria. "Sempre libera" klinkt wel beter en met meer vocale presence, al zijn er uiteraard geen trillers, maar wel nog slordigheden in haar loopjes. In het tweede bedrijf wordt ze wel beter, vooral vanaf "Dite alla giovine" dat ze mooi mezza voce zingt. Maar toch slaagt ze er niet in om me te ontroeren, zelfs niet met de romanza "Addio, del passato".
De twee mannelijke hoofdrollen zijn beduidend beter. Dmitry Korchak kennen we vooral van het pure belcanto-repertoire, maar zijn stem heeft ondertussen ook voldoende lyrisch gewicht om een prachtige Alfredo te zingen, genunaceerd in "De' miei bollenti spiriti" met een spectaculaire cabaletta "Oh mio rimorso", of ook een zoetgevooisde "Parigi, o cara". Simone Piazzola zingt Germont met de stem van een volbloed-Verdibariton. Zijn vocale reserve geeft een indrukwekkend gewicht aan "Pura siccome un angelo" en warmte aan "Di Provenza il mar".
Publicatie: woensdag 18 september 2024 om 10:53
Rubriek: Opera