Il Grand' Inquisitor

Konstantin Krimmel in Schwarzenberg

Deze Schubertiade - mijn veertigste al - werd dit jaar in schoonheid afgesloten met het liedrecital van Konstantin Krimmel en Ammiel Bushakevitz.


(foto © Schubertiade Schwarzenberg)

In het relatief korte eerste deel, kregen we Schumanns Eichendorff-Liederkreis te horen. Zoals gewoonlijk was het weer een meesterlijk staaltje van tekstvertolking en een perfecte symbiose tussen pianist en zanger. Bushakevitz haalt allerlei heerlijke details uit zijn piano. Zo onderstreept hij "wie bald" in In der Fremde, horen we een opgewonden hartenklop in Intermezzo, een prachtig fonkelende sterrenhemel in Mondnacht of een heel jachttafereel in Im Walde.

Krimmel schittert dan weer in de eerder ballade-achtige liederen, die hij met veel fantasie neerzet. Zijn Lorelei in Waldesgespräch is beangstigend, haar slachtoffer staat dan ook doodsangsten uit bij "jetz kenn' ich dich, Gott steh' mir bei". In Auf einer Burg krijgen we een monoliete vertolking van de versteende ridder, maar ook een kleurrijke natuurschildering van de "Waldesvögel ins Tal" of de suggestie dat het de ridder is die de voorbijvarende trouwpartij beschrijft. Maar ook alle andere liederen zijn pareltjes. Het "Bildniss wunderselig" van Intermezzo zien we in alle vocale pracht uitgebeeld. Mondnacht krijgt een sereen religieuze sfeer met een extreem traag middendeel. In Zwielicht lijkt hij wel in trance bij "Hüte dich, sei wach und munter". Je zou verwachten dat na het grootse "Sie ist dein" van Frühlingsnacht het applaus zou losbarsten, maar door de kracht van hun concentratie hielden ze de zaal stil voor een extra Eichendorff-lied, Der Einsiedler.

Het eerste groepje liederen na de pauze kan gerust als een curiositeit beschouwd worden. Schubertianen zullen Eusebius Mandyczewski ongetwijfeld kennen als de eerste uitgever van alle toen bekende Schubertwerken in de zogenaamde "Alte Gesamt-Ausgabe" (en die de basis was voor de grote Schubertreeks van Dietrich Fischer-Dieskau en Gerald Moore). Hij was trouwens ook een leerling van Gustav Nottebohm, die als voorloper van Otto Deutsch de eerste Schubertcatalogus opgesteld had. Maar naast musicoloog, was hij dus ook een componist. Uit zijn Opus 7 met Roemeense Liederen had Krimmel vijf liederen geselecteerd. Het Roemeens maakt ze wat minder toegankelijk, maar ze klinken heel mooi en Krimmel zorgt ook hier voor de nodige variatie met een andere kleur voor de laatste strofe van Meiklokje, de nodige vocale knipogen in Raadsel, dramatische accenten in Het graf, of een groots opgebouwde vertolking van De eenzame.

Mandyczewski was ook bevriend met Brahms, en zo komen we terecht bij het laatste deel van het recital, een selectie Brahms-liederen die een samenhangend geheel vormden die als een mini-Winterreise gezien kan worden. Het begon met een "trauliche" scene in Meerfahrt, bij Wie rafft ich mich auf doorspeent Krimmel zijn vertolking met Todessehnsucht. De dood treedt meer op het voorplan in Auf dem Kirchhofe, of in een hypnotiserende uitvoering van Der Tod, das ist die kühle Nacht. In Feldeinsamkeit lijkt alles peis en vree, maar het venijn zit in de staart... "mir ist, als ob ich längst gestorben bin", een lied dat vergelijkbaar is met de Winterreise-Einsamkeit. De aftakeling van onze protagonist gaat verder in Mondenschein als Krimmel extreem de nadruk legt op het "krankes Herz und müde Glieder". De sfeer van het slot gaat naadloos over in Die Mainacht... "die einsame Träne bebt mir heisser die Wang herab".

Met Schumanns Belsatzar kregen we nog één machtig bisnummer. Hij kruipt in de huid van de hooghartige Babylonische koning, zingt "Jehova! Dir künd’ ich auf ewig Hohn, ich bin der König von Babylon!" met wijd uitgestrekte armen. De pauze die hij liet vallen na "Und schrieb und schrieb an weißer Wand Buchstaben von Feuer, und schrieb und schwand" leek wel oneindig te duren... je kon een speld horen vallen. En als uiteindelijk Belsatzar vermoord wordt door zijn knechten is de spanning te snijden. Nu, ik heb hem dit al vaker horen zingen, maar het blijft verbluffend wat hij met dit lied allemaal doet. Voor wie het ook wil horen... het recital werd opgenomen en zal op 11 september om 14 uur uitgezonden worden op Ö1.

Publicatie: zondag 1 september 2024 om 19:13
Rubriek: Liedrecital