Salome in Antwerpen
Vier jaar geleden stond de Salome in de regie van Willy Decker ook al op het podium van de Vlaamse Opera. Ik vind het gigantische trappendecor nog altijd even beperkend als toen, maar stoorde me er deze keer iets minder aan.
De ster van de avond was voor mij Peter Bronder in de rol van Herodes. Al te vaak is dat een rol die aan een brullende, stemloze karaktertenor gegeven wordt, die het vooral moet hebben van dramatisch geacteer. Maar het kan duidelijk ook anders. Het acteerwerk is bij Peter Bronder ook meer dan voldoende. Maar in de eerste plaats tekent hij Herodes op een vocaal expressieve manier. De verschillende stadia die hij doormaakt, worden treffend geportretteerd. In het begin is hij nog de koning die denkt dat hij enige macht heeft... zijn "ich verbiete ihm die Toten zu erwecken" schittert van de onmacht. Als hij Salome probeert te verleiden om te dansen, wijzigt zijn uitdrukking compleet. Tijdens de dans verandert hij in een geile bok. Na de dans klinkt zijn "Was willst du haben? Sprich!" neerbuigend alsof hij aan een kind vraagt of ze een gele of een rode lolly wil. Maar als Salome het hoofd van Johannes vraagt, is het paniek. Nochtans is zijn beschrijving van al zijn kostbaarheden, die hij als alternatief wil afstaan, bijna "liederisch" te noemen omwille van de vocale kleurenpracht en detaillering. Het is pas als hij de slotzin "Man töte dieses Weib!" uitspreekt dat de illusie van zijn koninklijke autoriteit terugkeert.
Als alle zangers van hetzelfde niveau zouden geweest zijn, dan zou het gevaar kunnen bestaan dat ik Salome ooit nog een goede opera ga vinden. Maar dat is voorlopig nog niet het geval, alhoewel er niemand echt ondermaats presteert.
Maar het moet gezegd, dat ik het pas interessant begon te vinden op het moment dat Herodes verscheen. De scène waarin Salome Johannes smeekt om hem te mogen kussen, is letterlijk slaapverwekkend. Anna Katharina Behnke kon me op geen enkel moment echt boeien. Ze is meer bezig om tegen het orkest op te boksen dan een echte Salome neer te zetten. De veelvuldige manieren waarop Strauss "Gib' mir den Kopf den Jokanaan!" getoonzet heeft, geven een volledig beeld van haar sterke en zwakke punten. Haar beperkingen situeren zich vooral in het lage register, waar ze de volledige trukendoos boven moet halen om toch iets hoorbaars te produceren. De kleurloze Jochanaan van James Johnson hielp ook niet echt. Veel verder dan bulderen vanonder het podium kwam hij niet... maar misschien dat ik niet meer moet verwachten van die rol.
En daarmee viel vandaag ook het doek over de Vlaamse Opera in Antwerpen. Het doek gaat pas over een dik jaar terug open na de renovatie.
Publicatie: woensdag 23 maart 2005 om 23:35
Rubriek: Opera