Il Grand' Inquisitor

Young Artist Platform in Zeist

Het Internationaal Liedfestival Zeist is gisteren van start gegaan met als thema "Vertel, vertel, vertel"... en traditioneel gebeurde dat ook met het "Young Artist Platform" waarbij - in principe - zes liedduo's strijden om een optreden op de liedfestivals van Zeist en Oxford. Wegens ziekte van twee zangers traden gisteren uiteindelijk maar vier liedduo's aan.


(foto © Mel Boas)

Alle zangers mochten zelf hun programma samenstellen, maar er was wel een verplicht werk gecomponeerd door Roderick Williams, die deze week tevens de residentie-artiest is (hij zal ook nog een recital zingen en master classes geven). Zijn lied The Song of Shadows op een gedicht van Walter de la Mare biedt allerlei expressieve mogelijkheden van nostalgie tot het oproepen van mysterieuze sferen. Williams laat daarenboven veel vrijheid aan de uitvoerders, waardoor we vier verschillende uitvoeringen te horen kregen.

De bariton Florian Störtz en pianist Mark Rogers hebben vorig jaar deelgenomen aan de master classes in Zeist en hebben toen een onvergetelijke indruk nagelaten. Hun prestatie gisteren was even indrukwekkend waardoor ze terecht als winnaars eindigden. In lijn met het festivalthema begonnen ze met het Dichterliebe-lied Aus alten Märchen, gevolgd door een overweldigende Prometheus. Störtz gaat van arrogante hoogmoed tot flemende kruiperigheid en alles ertussen, een spannende vertolking met een overdaad aan vocale kleuren. In een erotisch intermezzo ging Hahns Néère naadloos over in Schuberts Ganymed. Na een dramatische uitvoering van het verplicht werk hadden ze zelfs een even dramatisch Nederlands lied op het programma gezet, De ramp van ene Jeanne Beijerman-Walraven. Zijn vertelkunsten kwamen nog meer op de voorgrond in The Seal Man van Rebecca Clarke om te eindigen met een wervelende Danse macabre, waarbij ook Mark Rogers zich niet onbetuigd liet. Kippenvel.

Het enige duo dat enig weerwerk kon bieden bestond uit de Nederlandse tenor Mitch Raemaekers en Virgile Van Essche. Ze hadden ook een mooi programma samengesteld dat begon met het Schwanengesang-Abschied en Das Fischermädchen. Op zich mooi verteld, maar hij is nog iets te beperkt in expressiviteit om echt te boeien. Ook in Schumanns Stirb, Lieb' und Freud! ontroerde hij niet, de tekst van de Herzallerliebste zingt hij wel met gevouwen handen maar met amper vocale onderscheiding. Naar mijn smaak wil hij ook alles iets teveel uitbeelden. Al dat armengezwaai begon me zelfs te storen in Wolfs Der Tambour, al was het wel een goede vertolking met de evocatie van de kinderlijke fantasie.

Publicatie: zaterdag 18 mei 2024 om 09:15
Rubriek: Liedrecital