Il Grand' Inquisitor

Lenneke Ruiten in de Munt

We hebben Lenneke Ruiten al verschillende operarollen horen zingen in de Munt, maar gisteren maakte ze hier haar debuut als liedzangeres, samen met Thom Janssen aan de piano.


(foto © Kartal Karagedik)

We hebben dit duo al een paar keer op het Liedfestival van Zeist gehoord, en Lenneke Ruiten behoort ontegensprekelijk in het lijst met boeiende liedzangeressen. Ook gisteren weer. De eerste helft van de avond was volledig gewijd aan liederen van Strauss -- veel te veel Strauss naar mijn smaak -- maar het was wel een samenhangend programma en werd uitstekend gebracht.

Ze begonnen met twee nachtliederen: Ich wollt ein Sträusslein binden met zijn ongepaste coloraturen en het prachtige Die Nacht waarbij Ruiten haar stem in treurnis dompelt voor het slot "O die Nacht, mir bangt, sie stehle Dich mir auch". Net zoals drie jaar geleden in Zeist passeerden vervolgens de onvermijdelijke Mädchenblumen en net zoals toen slaagt ze er bijna in om deze vrouwenportretten interessant te laten klinken: liefelijk in Kornblumen, koketterend ala Zerbinetta in Mohnblumen, teder in Epheu, en mysterieus in Wasserrose waarbij ook Thom Janssen zich niet onbetuigd liet om de juiste sfeer op te roepen.

Ze sloten dit eerste deel af met de Vier letzte Lieder. Deze liederen zijn uiteraard bekender in hun orkestversie. Maar ik vind de pianoversie sowieso beter, al is het maar omdat de zangeres dan niet moet opboksen tegen een heel orkest waarbij een deel van de poëzie verloren gaat. Lenneke Ruiten vindt telkens weer nieuwe kleuren... "Sommer lächelt erstaunt und matt ..." in September. Haar stem spiraalt heerlijk in het laatste vers van Beim Schlafengehen en sterft ontroerend weg in Im Abendrot, gevolgd door een spannend piano-naspel van Janssen... lange stilte.

Het programma na de pauze volgde een gelijkaardig patroon met liederen van Debussy: weer eerst twee nachtelijke liederen, Clair de lune en Musique, gevolgd door vrouwenportretten... Jane, Ariel, ... Ze hadden een reeks vroege liederen uitgekozen die Debussy in de jaren '80 van de 19de eeuw voor zijn toenmalige minnares Marie-Blanche Vasnier geschreven heeft. Het zijn vaak coloratuurliederen en worden onder andere daardoor zelden uitgevoerd. Maar die stratosfere loopjes van La romance d'Ariel of Pantomime zijn geen probleem voor Ruiten. Het was ook treffend hoe we "ses deux yeux d'un si beau bleu" weerzien na de "blauen Augen" van Kornblumen, of de sfeer van Epheu zijn tegenhanger krijgt in En sourdine.

Als tegenhanger van de Vier letzte Lieder gingen ze meer voor contrast en dan meer bepaald de Cabaret Songs van Britten (ze werden pas vier jaar na Brittens dood gepubliceerd en je zou het dus ook een soort vier laatste liederen kunnen noemen, al dateren ze van de jaren '30). Lenneke Ruiten haalt haar meest swingende stem boven voor Tell me the truth about love, duikt diep in de dramatiek van Funeral Blues of brengt een opgewonden Calypso. Met één bisnummer, Poulencs Les chemins de l'amour, werd de avond afgerond.

Publicatie: woensdag 8 mei 2024 om 08:18
Rubriek: Liedrecital