Lenneke Ruiten in Zeist
De eerste helft van het festival hebben we, afgezien van Marlis Petersen, vooral Nederlandse zangers gehoord in Zeist. Lenneke Ruiten, zoals gewoonlijk begeleid door Thom Janssen, was gisteren de laatste in die rij uit Neerlands Glorie. Vanaf vandaag wordt de recitalbezetting wat internationaler.
(foto © Thom Janssen)
Ze hebben een Jugendstil-programma samengesteld met liederen van Zemlinksy, Korngold, Berg en Strauss, maar ook Rudi Stephan. Ik moet zeggen dat ik tot voor kort nog nooit van deze jong gestorven (hij sneuvelde in 1915 aan het Oostfront) Duitse componist gehoord had, die slechts een twingtigtal liederen gecomponeerd heeft. Eerder deze week konden we zijn Zwei ernste Gesänge horen tijden het Robert Holl-recital en vandaag stond Ich will dir singen ein Hohelied op het programma. Zes liederen waar natuurmetaforen gebruikt worden om de liefde uit te drukken. Het zijn best wel interessante liederen. De sfeervolle piano van Thom Janssen valt op in Abendfrieden, of de evocatie van de Aölsharfe in Kythere om het lied een antiek tintje te geven, of de transparante glasklanken in het slotlied Das Hohelied der Nacht. Ruiten straalt dan weer in Pantherlied - de eerste keer dat ik een panter in een lied tegenkom, denk ik - om groots af te sluiten met een klauwende "neulich im Traum grubst du sie mir in's Herz".
Een bijna even grote rariteit zijn de Walzer-Gesänge nach toskanischen Liedern. Walsen tussen de Toscaanse olijfbomen ? Het is een onverwachte ingeving van Zemlinsky om deze zes miniatuurtjes zo te toonzetten. Maar wie Weense walsritmes verwacht, is eraan voor de moeite. Alhoewel Fensterlein, nachts bist du zu wel een leuk dansant karakter heeft, zal je de andere liederen niet snel op Het Nieuwjaarsconcert horen. Lenneke Ruiten fladdert vlotjes doorheen Liebe Schwalbe, al is haar stem wat warmer en minder parelend geworden in vergelijking met vroeger. Die donkere kleuren speelt ze voluit in Ich gehe des Nachts. Ze charmeert in Blaues Sternlein, ondersteund door de glinsterende sterretjesbegeleiding van Janssen. In de Drei Lieder van Korngold (opus 22) liet ze horen hoe mooi haar forte hoge noten blijven klinken in bijvoorbeeld Was Du mir bist?. Haar vertolking van Mit Dir zu schweigen vond ik dan weer verrassend triest, alhoewel het gedicht me aan Morgen deed denken.
Uit het standaardrepertoire hadden ze Bergs Sieben frühe Lieder uitgekozen. Het zijn niet mijn favoriete liederen, maar we kregen wel een intense lezing van Nacht, een verbluffend mooi messa di voce op het einde van Traumgekrönt... "erklang die Nacht". In Zimmer kreeg dan weer een Biedermeierachtige "Gemütlichkeit" terwijl het vuur gezellig knettert in de piano van Janssen. Wat mij betreft mogen Strauss' Mädchenblumen gerust uit het liedrepertoire geschrapt worden. Maar Ruiten gaf toch een zekere charme aan Mohnblumen. En met een tedere uitvoering van Efeu die neigt naar treurnis - ongetwijfeld ingegeven door het slot van de "Blumen die nur einmal blühen" - heeft ze me bijna overtuigd dat deze liederen nog zo slecht niet zijn.
Het was een coherent opgebouwde avond, al had ze niet de overdonderende impact van bijvoorbeeld de Mignon-liederen twee jaar geleden. Dat ligt enerzijds aan de keuze van het programma, maar ook aan het feit dat Ruiten veel te vaak steelse blikken op haar partituur moest werpen... wat op de duur begon te storen. Met een betere voorbereiding had het ongetwijfeld nog mooier geweest kunnen zijn.
Publicatie: donderdag 28 oktober 2021 om 08:56
Rubriek: Liedrecital