Konstantin Krimmel in München
Na Guglielmo in Cosi eerder deze week, toert Konstantin Krimmel samen met Malcolm Martineau nu door Europa met een Schwanengesang-recital. Gisteren konden we ze in het oogverblindend mooie Cuvilliéstheater horen.
(foto © Daniela Recke)
Het heen en weer gereis heeft mogelijk zijn tol geëist, want er klonken toch een paar vermoeide noten, maar desalniettemin gaf hij weer een memorabel liedrecital. Hij haalt Schuberts Schwanengesang uit elkaar en zingt voor de pauze enkel de zeven Rellstab-liederen. Meteen herschikt hij de liederen zodat ze een logischere volgorde vormen dan hoe Tobias Haslinger ze na Schuberts dood uitgegeven heeft.
Hij begint de avond wel met Liebesbotschaft... we zijn in de wereld van de mooie molenaarsdochter, vertederend beschrijft Krimmel "ihre Blumen im Garten", en laat het beekje fluisterend zijn liefde overbrengen. Frühlingssehnsucht wordt gekenmerkt door de manier waarop hij de slotvragen van elke strofe varieert: warm en rond "wohin?", bijna wanhopig "hinab?", triest "warum?" of een smekende "und du?". Het overbekende Ständchen krijgt een mierzoete en mezza voce uitvoering... "Liebchen, komm zu mir", waarna hij afscheid neemt van de stad en alles en iedereen met Abschied.
Daarna tuimelen we in de donkere wereld van Winterreise met het haast expressionistische In der Ferne. Van "Wehe, den Fliehenden" tot "hoffnungslos sinkender" spant hij een geweldige boog, waarbij het "Mutterhaus" haatvol uitgespuwd wordt maar daarna toch een toon van melancholie merkbaar is in "Freunde verlassenden". Voor de laatste strofe vindt hij weer een lichtere kleur. Bij Aufenthalt moest ik denken aan de Winterreise-Rast. Het laatste lied, Kriegers Ahnung, lijkt dan weer een echo van Frühlingstraum... "Herzliebste, gute Nacht".
De vreemde eend in de Schwanengesang-bijt is altijd Die Taubenpost. Krimmel lost dit "probleem" op door nog een vijftal andere liederen op teksten van Seidl toe te voegen aan het programma. Ook nu weer bouwt hij een intelligent programma dat enerzijds aansluit bij de sfeer waarmee hij de Rellstab-liederen beëindigde, maar anderzijds toch toewerkt naar Die Taubenpost. Eenzaam zit hij in het "Kämmerlein" van Sehnsucht, omsloten door "ihr lieben Mauern" van Am Fenster waar toch al een zweem van Sehnsucht hoorbaar wordt. Het "Freundeshaupt" dat hij op het einde van dat lied meent op te merken ontboezemt in een exuberante Bei dir allein of een ongedwongen Der Wanderer an den Mond. Via Das Zügenglöcklein komen we uiteindelijk uit bij Die Taubenpost. Voortreffelijk hoe hij heel het lied als een raadsel zingt om uiteindelijk het antwoord te geven... "die Sehnsucht, die Botin treuen Sinns", waarvan hij de herhalingen op allerlei manieren versiert.
Het recital werd uiteraard afgesloten met de Heine-liederen van Schwanengesang, ook weer in een gewijzigde volgorde. Weliswaar niet helemaal in de volgorde zoals Heine ze in "Die Heimkehr" gepubliceerd heeft (wat stilaan de nieuwe uitvoeringspraktijk begint te worden), maar hij begint wel met Das Fischermädchen en Am Meer, en eindigt met Der Atlas. Krimmels volgorde is er ook een die goed werkt.
Alles is nog peis en vree in Das Fischermädchen, maar dat verandert heel snel in Am Meer. Martineaus onheilspellende pianoklank voor "Der Nebel stieg" ontlokt ook een nieuwe kleur bij Krimmel om in razernij te eindigen met een typische Heine-draai... "mich hat das unglücksel'ge Weib vergiftet mit ihren Tränen". Verstomd blijf hij achter in Ihr Bild. Krimmel zingt het heel uitgepuurd, als één lange en trage frase van drie strofen lang, met enkel op het einde - "ich kann es nicht glauben, dass ich dich verloren hab" - een toename in intensiteit en uitdrukkingskracht.
Met Die Stadt komen we letterlijk in een andere wereld. De uitgepuurde lijn maakt plaats voor een gevoel van trance, die zich hypnotiserend verderzet in Der Doppelgänger. Het "Schmerzensgewalt" maakt indruk, meer door de intensiteit dan door puur fortissimo te zingen. Mijn nekhaar ging rechtstaan bij het einde van het lied, dat naadloos overging in Der Atlas. De Schwanengesang-protagonist projecteert al zijn lijden en pijn op de "ganze Welt der Schmerzen" die Atlas op zijn schouders torst. Grandioos... zoals altijd.
Voor de bisnummers was de Senn-Schwanengesang een voor de hand liggende keuze. Daarna bleven we in nachtelijke sferen met An den Mond (Hölty) en Wandrers Nachtlied II.
Publicatie: zaterdag 22 juli 2023 om 09:28
Rubriek: Liedrecital