IMKEB 2023 - slotrecital in Flagey
Gespreid over twee dagen, gaven de zes niet-gerangschikte finalisten van de Koningin Elisabethwedstrijd deze week hun slotrecital in Flagey. Zonder de stress van een wedstrijd zongen ze liederen, aria's en duetten, respectievelijk begeleid door Philippe Riga en Ouri Bronchti.
Gisteren sprong de Australische mezzo Fleuranne Brockway (°1992) eruit. Niet zozeer met een emotieloze Erbarme dich die me niet kon ontroeren, maar wel met een verleidelijke uitvoering van Carmens Habanera. Meer sensualiteit kregen we met Bolcoms Amor. Ze overdrijft niet in haar acteerwerk, maakt goed contact met het publiek en beschikt over een mooie mezzo met een warme diepte.
De Duits-Canadese sopraan Anna-Sophie Neher (°1990) had me tijdens de finale, die ik halvelings via Canvas gevolgd heb, wel gecharmeerd, maar echt live was ze toch wisselvalliger. Voor een Franstalige is ze verrassend onverstaanbaar in Apparition van Debussy. Haar Poulenc is beter, ook interpretatief... met een melancholische vertolking van C en een kokette Fêtes galantes. Maar in Aspasia's aria Al destin, che la minaccia uit "Mitridate" blijkt de beperktheid van haar stem met weinig kleur en academische coloraturen.
Wat de Canadese sopraan Carole-Anne Roussel (°1994) betreft, begrijp ik niet hoe ze in de finale geraakt is. Prendi, per me sei libero klinkt niet echt mooi. De transformatie van Thérèse naar Tirésias in Non, Monsieur mon mari grenst aan overacting. Hoge forte noten snijden door mijn trommelvliezen. Haar Mozartvertolkingen zijn iets beter, als Gravin in Che soave zeffiretto tegenover de Susanna van Neher, of als Fiordiligi in Ah! guarda sorella met Brockway.
De tweede avond begon met het Cosi-duet Prenderò quel brunettino, deze keer met de Portugese sopraan Silvia Sequeira (°1992) als Fiordiligi. Op Canvas en Klara werd ze tijdens de finale al unaniem tot winnares uitgeroepen. Uiteindelijk kreeg ze ook de publieksprijs, maar geraakte toch niet bij de eerste zes. Ook nu had ze allemaal spinto-rollen uitgekozen, terwijl ik nog geen spinto in haar stem hoor. Suor Angelica neigt wel naar een lyrische partij, en het grootste deel van Senza mamma kan ze redelijk goed zingen... maar ze kan me niet ontroeren. Haar laag register klinkt wel goed in Pace, pace en suggereert dat ze op termijn in dit vak terecht kan komen, maar haar hoog register is nog te onzeker en vooral explosief luid.
De Dorabella-helft van het openingsduet werd gezongen door de Nederlandse mezzo Maria Warenberg (°1995). Ze lijkt een statement te maken door de helft van haar solo-blok te voorzien voor vier liederen uit de "Canciones populares españolas" van de Falla. Haar liedinstincten zitten goed, maar om me echt te boeien als liedzangeres zou ik toch wat meer kleuren willen horen. Voor haar opera-aria's volgt ze ook niet meteen de platgetreden paden met Oh, la pitoyable aventure uit "L'heure espagnole" of Stephano's Que fais-tu, blanche tourterelle. Weliswaar correct gezongen in verstaanbaar Frans, maar de vonk springt niet over.
De Koreaanse bariton Daniel Gwon (°1992) is in hetzelfde bedje ziek als Sequeira. Hij kan vooral luid zingen waardoor hij zich een dramatische bariton waant en dan maar Nemico della patria zingt met veel gebrul. Een Mozart-dieet zou hem goed kunnen doen. Maar Hai già vinta la causa klinkt stijlloos, Rivolgete a lui lo sguardo bevat dan weer ontelbare mogelijkheden om uit te pakken met nuances en kleuren... die hij straal negeert.
Alles bij elkaar kan ik begrijpen dat deze zes het slotconcert in het PSK niet gehaald hebben, alhoewel ik Fleuranne Brockway wel een hoger plaatsje zou gegund hebben.
Publicatie: donderdag 8 juni 2023 om 22:32
Rubriek: Concert