Henk Neven in Zeist
Op een festival met een Wanderlust-thema mag de cyclus die begint met "Das Wandern" niet ontbreken. Het artistiekefestivalleidersduo Henk Neven en Hans Eijsackers brachten gisteren dan ook Schuberts Die schöne Müllerin in een stampvolle Broederkerk.
(foto © Mel Boas)
Het werd een toegankelijke en correcte uitvoering, waarbij niet teveel interpretatief geëxperimenteerd werd. Er was wel een experiment door een PowerPoint te projecteren met één dia per lied waarop de inhoud in een paar zinnen werd samengevat. Voor nieuwelingen lijkt het me een nuttige hulp, voor de oude rotten was het niet al te storend.
De lakmoestest van een goede Müllerin is altijd het eerste lied, meteen vijf strofisch gezette strofen. De glimlach van Neven geeft aan dat alles nog een "Müllers Lust" is, Eijsackers varieert mooi de verschillende gewichten van elke strofe om de laatste strofe opvallend te vertragen. Neven speelt uitstekend met dynamiek in bijvoorbeeld Halt!, roept verschillende stemmen op in Am Feierabend van een wanhopige molenaarsknecht "jeder Knappe tut mir's nach", tot uiteraard een diepgestemde Meister en een lichtgekleurd "Mädchen"... en op het einde geeft Eijsackers een pianistieke doodsteek: de fantasie van de molenaarsknecht zal snel verscheurd worden.
Dit was trouwens mijn 36ste Müllerin en dan zoek je ongewild naar iets wat je nog nooit eerder gehoord hebt. Ook dat ontbrak hier niet. Ik denk bijvoorbeeld aan een waanzinnig mooi gezongen Danksagung an den Bach of de mierzoete "O Bächlein meiner Liebe" van Der Neugierige, heel mooi transparant begeleid door Eijsackers, of nog een pruilend begin van Mit dem grünen Lautenbande. In Tränenregen meende ik dan weer een toekomstige echo van Der Lindenbaum te horen bij "Und rief mit Singen und Klingen: Geselle, Geselle, mir nach".
Waar ik vruchteloos naar zocht, was een duidelijk standpunt over de relatie tussen de molenaarsknecht en het beekje, toch de tweede belangrijke protagonist van de liedcyclus. Neven verandert wel zijn stem halverwege Wohin? als hij het beekje aanspreekt, "Ist das denn meine Strasse?", maar dit wordt niet consequent doorgetrokken doorheen de cyclus. In Die liebe Farbe komt de eerste keer de doodsgedachte expliciet op de voorgrond, maar het doodsklokje in de piano had dan ook iets prominenter mogen doorklinken. De cyclus werd wel mooi afgesloten met Des Baches Wiegenlied waarin weer alle nuances van het pianissimo passeerden. En met een bisnummer, Schuberts Goethe-lied Am Flusse, werd de avond afgerond.
Publicatie: maandag 15 mei 2023 om 09:10
Rubriek: Liedrecital