Il Grand' Inquisitor

Helen Charlston, Oliver Johnston en James Platt in Oxford*

Deze namiddag stond er een lezing en een liedrecital op het programma in Oxford, waarbij de Russische liedmuziek centraal stond.

Oxford-professor Philip Ross Bullock gaf een lezing over "De Dooi", de periode na de dood van Stalin in 1953 toen Nikita Chroesjtsjov aan de macht kwam en er iets meer vrijheid kwam voor dichters en componisten. Een groot deel van de aandacht ging naar Shostakovitch, in de eerste plaats naar zijn liederen op Joodse volksgedichten. Hij componeerde die in 1948, maar liet die tot 1955 in zijn schuif liggen gezien de antisemitische sfeer tijdens de laatste Stalinjaren. Vier van die liederen werden uitgevoerd met Natalie Burch aan de piano. De mezzo Helen Charlston zong het wiegenlied Kolybel'naya, de tenor Oliver Johnston zong Khoroshaja zhizn en we hoorden hen samen in Broshennyi otets als een duet tussen een vader en zijn dochter.

In die periode begon Shostakovitch ook meer liederen te schrijven... Stalin had het niet zo begrepen op het kleinschaligere en potentieel subversievere genre van het lied. Twee andere liederen illustreerden Shostakovitch liedkunst: Son, een van zijn "Spaanse Liederen", mooi gebracht door Charlston, en Rodina slishit, een populair lied dat blijkbaar zo bekend was dat Yuri Gagarin het gezongen zou hebben op zijn terugvlucht uit de ruimte.

Tenslotte kwam nog twee andere componisten kort aan bod. Ik was vooral gecharmeerd door de Oekraïense componist Valentin Silvestrov en het lied Boljashchij dukh vrachuet pesnopen'e dat Johnston zong. Het is het eerste lied uit zijn 24-delige "Stille liederen" van rond 1975.

Natalya Romaniw zou oorspronkelijk het namiddagrecital zingen met een volledig Slavisch programma. Maar ze was plot ziek gevallen. Gelukkig toverde haar pianiste Lada Valesová de bas James Platt uit haar hoed.

Aansluitend bij de lezing, begonnen ze met vier Pushkin-romances van Shostakovitch (zijn Opus 46). Op het moment dat Platt zijn mond open deed, viel ik bijna van mijn stoel. Hij heeft een machtige diepe bas die je zo voor een Russische bas zou kunnen verslijten. Het klonk allemaal heel idiomatisch, met een mooi gedragen voordracht.

Voor de tweede helft van het recital hadden ze Songs of Travel van Ralph Vaughan Williams uitgekozen. Het is een Wanderer-cyclus die uiteraard verwant is aan Winterreise, al heeft deze cyclus toch een positievere sfeer. Ook nu liet ik me onderdompelen in Platts stem, zonder dat ik me echt betrokken voelde. Maar dat ligt niet noodzakelijk aan Platts vertolking. Om een of andere reden is dit een stuk standaardrepertoire dat nog nooit geklikt heeft bij mij. Tenslotte volgde nog Silent Noon als een soort bisnummer.

Publicatie: zondag 28 februari 2021 om 19:04
Rubriek: Liedrecital