Il Grand' Inquisitor

Dietrich Henschel in Oxford*

Op de winterdag van het "Winter into Spring"-weekend mocht Schuberts Winterreise uiteraard niet ontbreken. Dietrich Henschel en Sholto Kynoch waren de uitvoerders.

Dietrich Henschel is de enige niet-Britse artiest dit weekend in Oxford. Om zijn optreden onder de heersende corona-maatregelen mogelijk te maken, was hij al meer dan een week geleden afgereisd naar Oxford - ongetwijfeld meteen na de opnames van Der Schauspieldirektor - om een week in quarantaine te kunnen gaan. Naar verluidt, was het tevens zijn eerste keer dat hij Winterreise opvoerde in Engeland.

Ik vraag me af in hoeverre zijn interpretatie ingegeven werd door de huidige staat van zijn stem. Ze heeft niet meer de vocale soepelheid van vroeger, de kleuren zijn allemaal wat grauwer geworden, hij boetseert zijn dictie nog meer dan vroeger. Hoe dan ook, dit was een van de meest intens-droevige Winterreisen die ik ooit gehoord heb. Dat overheersende gevoel van verdriet is er al meteen vanaf Gute Nacht, met onderhuids ook onbegrip over waarom ze hem verlaten heeft.

Hij is een gebroken en getormenteerde Wanderer die door het sneeuwlandschap ploetert en overal herinneringen aan betere tijden tegenkomt, waarvan de ene al pijnlijker is geworden dan de andere. Zelfs een potentieel moment van rust in Frühlingstraum wordt een nachtmerrie. Het is pas rond Der Wegweiser dat het verdriet enigszins plaats begint te maken voor berusting...

Net zoals als in oktober biedt Oxford Lieder ook dit weekend de kans aan jonge zangers om een kort voorprogramma te zingen. Voorafgaand aan Winterreise zong Anna Cavaliero twee Schubert-liederen die de ideale smaakmaker waren voor Henschels vertolking.

Cavaliero had in oktober al indruk gemaakt met haar prachtige lichte sopraan. In het eerste lied An den Mond in einer Herbstnacht is ze de Wanderer die de maan interpelleert over troost en stilte, Sehnsucht en zielerust. Met Der Winterabend - één van mijn favoriete Schubertliederen trouwens - zijn we van de herfst in de winter aangekomen. Ook hier wordt stilte uitgedrukt terwijl sneeuwvlokjes uit de piano dwarrelen. Cavaliero geeft een integere en eenvoudige vertolking. Met het slot van het lied waren we klaar voor de geestesgesteldheid van de Winterreise-Wanderer:

Denke zurück, ach weit, gar weit
In eine schöne verschwundne Zeit.
Denk an sie, an das Glück der Minne,
Seufze still und sinne und sinne.

De tristesse van Henschels vertolking kan misschien ook hier zijn oorsprong gevonden hebben.

In de vooravond gaf professor Joanna Neilly ook nog een lezing over Wilhelm Müller, zijn leven en poëzie, en uiteraard over "Die Winterreise". Ze besteedde vooral aandacht aan het belang en de betekenis van de linde in Duitsland. De lezing begon en eindigde ook met een uitvoering van Der Lindenbaum door de jonge tenor Ted Black en pianiste Ana Manastireanu. De eerste versie die we hoorden was die van Friedrich Silcher, die vooral klinkt als een bewerking van de Schubertversie (die we op het einde hoorden), maar met een paar gewijzigde noten om het wat meliger te maken.

Tussendoor brachten ze nog andere Müller-liederen, maar niet van Schubert. In een eerste groepje kregen we twee liederen uit de Müllerin - I heard a brooklet gushing (beter bekend als "Wohin?") van ene Edward James Loder met een klaterende pianobegeleiding en een operette-achtige versie van Mein! van Karl Friedrich Curschmann - en twee liederen uit winterreise: Max Spickers Frühlingstraum heeft een zelfde structuur als de versie van Schubert, Cyrill Kistler maakte van Der Leiermann een stevig wandellied. Tenslotte brachten ze ook twee liederen op onbekende gedichten: Marschners Abendreih'n is een Wanderer die het maanlicht aanspreekt als boodschapper voor zijn geliefde, en Meyerbeer heeft een leuke en aanstekelijke melodie bedacht voor Die Rosenblätter.

Publicatie: zaterdag 27 februari 2021 om 22:25
Rubriek: Liedrecital