Il Grand' Inquisitor

Lise Davidsen in Oslo*

De New Yorkse Metropolitan Opera begint haar seizoen ook online met een concertreeks Met stars Live. De Noorse sopraan Lise Davidsen is de eerste in de rij. Ze gaf gisteren samen met James Baillieu een recital vanuit Oscarshall in Oslo.

De Met heeft uiteraard al jaren ervaring met het live streamen van opera's naar cinemazalen over de hele wereld. Die expertise passen ze nu ook toe op recitals met een stream van hoge kwaliteit, al had het camerawerk af en toe iets minder dynamisch mogen zijn. Net zoals bij hun live-Metopera is er ook een presentator (Christine Goerke), zijn er tussendoortjes (de terugblik op haar overwinning in de Queen Sonja Competition of een Zoom-gesprek met Peter Gelb over haar Met-debuut) en worden de liederen en aria's ondertiteld.

Inderdaad, liederen én aria's. Het was een dan ook een atypisch programma met liederen van Grieg, Sibelius en Strauss, afgewisseld met aria's van Wagner, Verdi, Puccini en zelfs een streepje Kálmán-operette. Ik heb Lise Davidsen drie jaar geleden gehoord als Medea in Wexford. Het ontbrak haar toen nog aan maturiteit. Dat ze ondertussen ook de gevoelens achter de noten kan overbrengen, konden we horen in twee Tannhäuser-fragmenten... Dich, teure Halle en vooral een ontroerende Allmächt'ge Jungfrau. Ik ben nog niet overtuigd dat haar stem al voldoende spinto is voor Amelia's Morrò, ma prima in grazia of Manons Sola, perduta, abbandonata.

Maar het waren de liederen die voor mij het hoogtepunt waren en waar haar wonderbaarlijke stem volledig tot uiting kwam. Er is iets met de karakteristieke sfeer van de liederen van Grieg en hun Noorse ziel die me altijd raakt. Davidsen deed dat volop met de melancholie van Ved rondane, het bekende En svane of de hartverscheurende manier waarmee ze Våren beëindigde. Haar grote stem helpt om in Sibelius' Säf, säf, susa probleemloos op te bouwen naar de dramatische climax, ook perfect weerspiegeld in de piano van Baillieu. Dit lied ging naadloos over in Var det en dröm, dat met Davidsens expansieve vertolking kippenvelmateriaal was. De vier liederen van Strauss' Opus 27 behoren allemaal tot het ijzeren liedrepertoire met een adembenemende Morgen als afsluiter.

Voor het laatste deel van de avond gingen ze de lichtere toer op met Brittens Johnny, een spectaculaire Heia, heia, in den Bergen ist mein Heimatland uit Die Csárdásfürstin of het charmante O lovely night en When I have sung my songs. I Could Have Danced All Night was de uitsmijter van de avond.Over twee weken is het de beurt aan Joyce DiDonato...

Publicatie: zondag 30 augustus 2020 om 21:41
Rubriek: Liedrecital