Il Grand' Inquisitor

Roderick Williams in Wigmore Hall*

Vandaag stond er weer een liedrecital op het programma van de lege Wigmore Hall. Met "Woman's Hour" brachten Roderick Williams en Joseph Middleton een selectie liederen die meestal door zangeressen gezongen worden.

Niemand fronst nog een wenkbrauw als een sopraan of mezzo "Winterreise" of "Dichterliebe" zingt. De praktijk om vrouwen te bezetten in barokke castraatrollen of de talloze travestierollen van Mozart tot Strauss hebben ongetwijfeld het pad geëffend. Maar het omgekeerde komt nauwelijks voor, tenzij af en toe een mannelijke vertolking van de "Wesendonck-Lieder". Williams trekt resoluut de vrouwelijke kaart. In aanloop naar dit recital ging hij daarenboven in discussie met onder andere Alice Coote en Carolyn Sampson over Gender in Lieder.

Het eerste lied van het recital is meteen een statement: Schuberts Gretchen am Spinnrade ! Het blijkt niet zo moeilijk om abstractie te maken van wie Gretchen is. Williams' vertolking is minder extatisch dan gewoonlijk, "und ach sein Kuss" is eerder een morendo dan een orgastische explosie. Maar de tessituur ligt toch niet helemaal comfortabel op het einde van "vergehen sollt". Der Tod und das Mädchen is niet echt gendergebonden gezien de dialoog tussen het meisje en de dood, maar Die junge Nonne daarentegen weer wel. De eerste strofe is nog neutraal beschrijvend - terwijl Middleton zijn piano laat donderen en het doodsklokje laat pingen - en het is pas halverwege dat de poëtische "Ich" op het voorplan treedt. Williams vertolkt het met een overheersend gevoel van berusting in de dood.

Het middenblok bestond uit een reeks Brahms-liederen die een boog spant van An die Nachtigall, met Schubertiaanse eenvoud gezongen, naar Nachtigall die bij momenten door merg en been gaat. Tussendoor krijgen we verschillende "Mädchenlieder" met weer een spinnend meisje in Mädchenlied of een kleurrijke, tekstgedreven uitvoering van Das Mädchen spricht. Brahms werd even onderbroken voor Clara Schumann en haar toonzetting van het Rückertgedicht Liebst du um Schönheit in een mooie, romantische vertolking.

Maar waar iedereen benieuwd naar was, is hoe Roderick Williams Frauenliebe und -leben zou zingen. Wetende dat Schumanns cyclus een terugblik is op het leven van de "Frau", zijn er grosso modo twee gebruikelijke benaderingen. Ofwel gooit de zanger(es) zich volledig in het opnieuw herbeleven van wat gebeurd is, ofwel wordt het een eerder beschouwende vertolking in het licht van de dood. Het is deze laatste optie die Williams kiest, waarbij je heel snel vergeet dat een man aan het zingen is.

Meteen vanaf Seit ich ihn gesehen vereenzelvigt hij zich met de Frau. Bij "wie im wachen Traume schwebt sein Bild mir vor" zie je het beeld van de geliefde voor je. De intimiteit van "möchte lieber weinen, still im Kämmerlein" wordt een voyeuristische blik in haar ziel. Het flashback-gevoel wordt helemaal duidelijk in een teruggehouden Er, der Herrlichste von allen of in Ich kann's nicht fassen, nicht glauben dankzij een benadrukte pauze in "mir war's, er habe gesprochen: Ich bin auf ewig dein". Het zwangerschapslied Süßer Freund lijkt problematisch te zijn, maar is het in de praktijk niet... net zoals An meinem Herzen, dat met "Du meine Wonne, du meine Lust" een zeldzaam moment van verrukking is in deze vertolking. Het ontroerendste moment komt in het laatste lied Nun hast du mir den ersten Schmerz getan. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat het vers "du schläfst, du harter, unbarmherz'ger Mann, den Todesschlaf" de reden was om "Der Tod und das Mädchen" in het Schubertblok op te nemen.

Voor het bisnummer greep hij terug naar Brahms' Sapphische Ode en vertelde hij vooraf dat hij heel lang geleden dit lied ingestuurd had voor een zangwedstrijd, maar dat het geweigerd werd omdat het een vrouwenlied zou zijn. Dat is uiteraard onzin, zangers van Hans Hotter en Hermann Prey tot Thomas Quasthoff en Robert Holl hebben het gezongen... met uitzondering van Dietrich Fischer-Dieskau. Hoe dan ook... deze liedmatinee in Wigmore Hall heeft, wat mij betreft, voldoende duidelijk gemaakt dat in principe iedereen alles kan zingen mits de nodige "empathie en verbeelding" zoals Roderick Williams het zelf zo mooi verwoordde na het Schubertgroepje.

Publicatie: vrijdag 12 juni 2020 om 20:41
Rubriek: Liedrecital