Il Grand' Inquisitor

Louise Alder en Nikolay Borchev in Oxford

Het Oxford Lieder Festival werd feestelijk afgesloten in de kerk van St John the Evangelist met de sopraan Louise Alder en de bariton Nikolay Borchev. De directeur van het festival, Sholto Kynoch, zat zelf aan de piano voor een intelligent uitgedacht programma.

Vooral de eerste helft was interessant waarbij muziek uit Mozarts Die Zauberflöte een kapstok was om liederen van Schubert aan op te hangen. Zo begonnen ze met de ouverture, in de vierhandige bewerking van Zemlinsky (de twee andere handen waren van Camille Lemonnier).

Louise Alder kreeg een eerste blok toegewezen, te beginnen met Das Veilchen (later zou nog Schuberts tegenhanger Heidenröslein komen). Mozarts lied is een opstapje naar de gevoelswereld van de verlaten Pamina. Ach ich fühl's kwam veel te vroeg op de avond voor Alder: met een schetterende hoogte bleeft er weinig moois over van Pamina's aria. Schuberts Misero pargoletto zou commentaar van de Koningin van de Nacht kunnen zijn en Die Männer sind méchant lijkt dan op de reactie van een pruilende Pamina. Nu, sommige zangers hebben echt een regisseur nodig. Alders acteerwerk is te overdreven, maar puur vocaal was het wel mooi expressief gezongen. Het groepje werd afgesloten met Louise/Pamina/Luise die de Briefe ihres ungetreuen Liebhabers verbrannte.

Nikolay Borchev is een bariton, dus geen Tamino als tegenhanger, maar wel Papageno. Kynoch begint Der Vogelfänger bin ich ja te spelen tot plots uit de coulissen Papageno's panfluit weerklinkt en Borchev het podium komt opgesprongen. Het grote verschil met Alder is dat Borchev wel natuurlijk acteert... het feit dat hij geen partituur meezeult, helpt ongetwijfeld. Er zitten weinig vogelvangers in het Schubertoeuvre, maar wel veel visvangers en dus wordt een parallel getrokken tussen Papageno en bijvoorbeeld Der Fischer. Het uitzonderlijke aan deze uitvoering is dat ze gekozen hadden om de versie van Vogl uit te voeren, dus met extra versieringen en melismen, ritardando's en zelfs woordherhalingen. Widerschein was wat rommelig, maar Die Forelle en Fischerweise zong hij met de nodige aandacht voor de tekst.

En dan zijn we ten slotte aangekomen bij Heidenröslein. Op zich past het niet echt in de rest van het verhaal, ware het niet dat Schubert die melodie uit Die Zauberflöte gerecycleerd heeft... wat me in de talloze uitvoeringen die ik van deze opera al gehoord heb nog nooit opgevallen was. Maar als Heidenröslein naadloos overgaat in het Pamina-Papageno-duet Könnte jeder brave Mann, dan is het "plagiaat" (of zullen we zeggen "eerbetoon") overduidelijk.

Het tweede deel van het recital paste dan weer in het thema van het festival over mythen en sagen. In dit geval de Lorelei-mythe. Alder begon met Meeresstille, in de versie van Medtner, die wel niet zo geniaal de stilte evoceert als Schubert doet in dit lied. Het was verrassend dat Borchev nadien Liszts Die Loreley zong, aangezien dit lied meestal door sopranen gezongen wordt. Maar als een bariton het slotvers "Ich glaube, die Wellen verschlingen am Ende Schiffer und Kahn" zingt met aanzwellende intensiteit kan ik me niet van de indruk ontdoen dat Liszt hier wat teveel naar "Der fliegende Holländer" geluisterd heeft. De Eichendorff-Loreley was uiteraard ook van de partij met Schumanns Waldesgespräch, net zoals eerder deze week ook weer uitgevoerd als duet.

Voor het laatste deel van de avond hadden ze een aantal liederen uit het Italienisches Liederbuch gekozen, waarmee ze de traditionele benadering van kibbelende geliefden toepasten. De toon wordt gezet met Wie lange schon war met Kynoch in een glansrol als pianospelende violist. Het was vooral in deze toneeltjes dat het spijtig was dat Alder niet de moeite had gedaan om de liederen in te studeren en constant met een partituur rondliep. Na het Pamina-Papageno-duet Bei Männer als eerste bisnummer verwachtte ik nog halvelings het Pa-Pa-Pa-Pa-duet, maar de avond en het festival werd met het Schumann-duet So wahr die Sonne scheinet afgesloten.

Het volgende Oxford Lieder Festival vindt volgend jaar weer plaats tijdens de twee middelste weken van oktober. Het thema is ook al bekend: "Connections across Time". Het is een thema waarmee ze alle kanten uitkunnen, maar mogelijk hebben we tijdens dit recital met het Mozart-Schubert-deel al een hint gekregen welke richting het uit zou kunnen gaan.

Publicatie: zaterdag 26 oktober 2019 om 23:02
Rubriek: Liedrecital