Paula Murrihy in Zeist
Voor het avondrecital gisteren was Sarah Connolly gepland, maar wegens ziekte moest ze afzeggen. Ze werd vervangen door de, mij onbekende, Ierse mezzo Paula Murrihy. De voorziene pianist, Sholto Kynoch, was wel van de partij.
(foto © Barbara Aumüller)
Paula Murrihy bleek een meer dan waardige vervangster te zijn. Ze heeft een mooie, glanzende mezzo met veel expressieve kleuren en een kraakheldere dictie, zowel in het Duits, Engels als het Frans. Het is daarenboven zeer lovenswaardig - zeker voor een inspringster - dat ze heel het recital zonder partituur zong... het komt het contact met het publiek alleen maar ten goede.
Het programma dat ze had meegebracht draaide grotendeels rond liederen uit de Schumann-kring met liederen van Robert en Clara, maar ook van Mendelssohn en Brahms. Het bekende Brahms-Ständchen opende het recital, maar het was in Vergebliches Ständchen dat ze voor het eerst haar verfdoos bovenhaalde om een efficiënt onderscheid te maken dus de mannen- en vrouwenstem. In drie liederen van Clara Schumann tradt Kynoch op het voorplan met vooral een ronduit spectaculaire pianopartij van Er ist gekommen in Sturm und Regen, waaruit blijkt wat voor een uitzonderlijke pianiste Clara moet geweest zijn.
Het aantal Mendelssohn-liederen waaruit recitalisten kiezen, blijft gewoonlijk beperkt tot een handvol bekende liederen. De keuze om de zes liederen van Opus 99 uit te voeren, is in dat licht avontuurlijk te noemen. Het zijn zes liederen die ik nog nooit gehoord had, alhoewel de teksten niet altijd onbekend zijn: Erster Verlust en Es weiss und rät es doch keiner zijn bijvoorbeeld overbekend in de versies van Schubert en Schumann. Het derde lied Lieblingsplätzchen is inhoudelijk verwant met Schuberts Heidenröslein en zou beter bekend mogen zijn. Met Schumanns Lenau-Lieder kwamen we terug op bekend(er) terrein. Lied eines Schmiedes eindigde opvallend met een mooi uitstervend morendo. Meine Rose en Requiem waren ontroerende momenten.
Met Chansons de Bilitis maakten we een sprong in tijd en stijl naar het Frankrijk van Debussy. Nadat Kynoch de kikker lustig liet kwaken in La flûte de Pan, kroop Murrihy met La chevelure in de huid van de zus van Mélisande. In Le tombeau des naïades kwam weer haar talent boven om verschillende karakters in één lied uit te beelden. Het recital werd afgesloten met Ierse volksliederen, waaronder het bekende Down by the salley gardens. Als bisnummer zong ze nog een Iers lied. De bijdrage van Kynoch was beperkt tot één noot om de toon op te geven... en alhoewel ik geen woord begreep van haar Gaelic-Iers was dit misschien wel het meest ontroerende moment van de avond.
We hebben deze week al een paar mooie recitals gehoord, maar dit recital komt ongetwijfeld in mijn top drie... absoluut een duo om terug te horen.
Publicatie: zondag 26 mei 2019 om 08:42
Rubriek: Liedrecital