Don Giovanni in Luik
De Don Giovanni, die de Waalse opera deze dagen herneemt, is een degelijke voorstelling met een paar vocale uitschieters, maar ook uitschuivers.
Naar verluidt, heeft Philippe Sireuil zijn regie op verschillende punten aangepast... alhoewel ik me niet veel details herinner van de voorstelling die ik bijna zes jaar geleden gezien heb. Het enige dat ik me er nog van herinner, is dat zowat alle aria's zittend gezongen worden. En daar is niet veel aan veranderd.
Ik moest tijdens deze voorstelling wel verschillende keren terugdenken aan de regie van David McVicar, verleden jaar in de Munt. In Luik is het een even donkere en sombere enscenering, maar wel zonder het macaber sfeertje, en zonder McVicars oog voor details. De protagonisten lopen rond in hedendaagse kleding... alleen verschijnt Don Giovanni af en toe in een achtiende-eeuws pak, inclusief pruik tijdens de slotscène. Hij is wel altijd in het zwart gekleed. De kleurrijke Leporello steekt daar dan ook sterk tegen af en maakt de persoonsverwisseling tijdens het tweede bedrijf redelijk geloofwaardig.
Ludovic Tézier is een bariton die ik al tijd in de gaten houd. Hij is een bariton met een donker, enigszins rauw maar toch egaal, bronzen timbre. Het is een geluid dat zeker geschikt is voor Don Giovanni, alhoewel het eerder past bij het uitbundige "Fin ch'han dal vino", dan bij "Deh, vieni alla finestra". Daardoor leunt zijn interpretatie meer aan bij het dierlijke van Chiummo, dan bij het verleidelijke van Keenlyside... om weer even met de twee Dons van de Munt te vergelijken. Maar in tegenstelling tot deze twee vertolkers, is zijn interpretatie niet eenduidig in te delen in een bepaalde categorie. Dat hoeft niet noodzakelijk een nadeel te zijn - Don Giovanni is complexer dan dat - maar het laat niet echt een duidelijke stempel na.
Nicolas Cavallier zong zes jaar geleden ook al Leporello. Hij is een van mijn favoriete bassen, die zelden teleurstelt. Hij zingt de Cataloogaria meer dan behoorlijk en alleszins beter dan wat ik verleden jaar in de Munt gehoord heb. Maar hij mag - wat mij betreft - nog iets meer met de verschillende onderdelen van die aria spelen.
Ik vond de Don Ottavio van John Bellemer iets minder geslaagd. Hij klinkt redelijk goed en zijn "Il mio tesoro" was bijna even indrukwekkend als die van Charles Workman, maar het bovenste deel van zijn stem klinkt niet altijd even zuiver. Hij klinkt wel ongelooflijk fantastisch en verfijnd naast zijn Donna Anna.
Ik vroeg me soms af of Cécile Perrin wel wist of ze Mozart aan het zingen was. "Or sai chi l'onore" was bijvoorbeeld overdreven hysterisch, vooral dan het voorafgaande recitatief. Nu, het is niet geheel ondenkbaar dat ze enige hysterie vertoont - haar vader werd vermoord en ze heeft net ontdekt dat Don Giovanni de dader is - maar dat betekent nog niet dat het toegelaten is om te brullen. Ze heeft blijkbaar maar twee standen: fortissimo of piano... en niets daartussen. "Non mi dir" was daardoor redelijk aanvaardbaar, omwille van de gebruikte piano-stand.
Cellia Costea is ook niet de ideale Mozartzangeres. Maar ze brengt de dramatische kanten van Donna Elvira wel op een beheerste en geloofwaardige manier naar buiten. Samen met de sprankelende Zerlina van Cassandre Berthon, was zij de beste zangeres op de scène. Maar deze voorstelling is vooral de moeite waard omwille van Tézier en Cavallier.
Publicatie: maandag 8 november 2004 om 20:35
Rubriek: Opera