Violeta Urmana in Antwerpen
Ik ben niet echt tevreden met de reeks recitals die de Vlaamse Opera dit seizoen in Antwerpen brengt. Enkel het openingsrecital van mezzo Violeta Urmana en Jan Philip Schulze beloofde de moeite te worden.
En het was de moeite, tenminste op zuiver vocaal vlak. Het ongeluk wil dat ze een programma bracht dat me niet echt ligt. Over Liszt als liedcomponist heb ik al eerder mijn ongenoegen geuit en mijn desinteresse voor Richard Strauss zal ondertussen ook wel al gekend zijn. Daarmee was meteen al meer dan de helft van het recital afgeschreven voor mij. Want zeg nu zelf... het kan toch geen toeval zijn dat liederen als Frühlingsgedränge, Lob des Leidens, Wasserrose of Wir beide wollen springen totaal onbekend zijn ? Van mij mogen ze in allegeval terug onder het stof verdwijnen.
Ik begrijp ook niet waarom ze het recital opende met Poulencs Le Fraîcheur et le Feu. Als zelfs Pierre Bernac of Gérard Souzay mij niet kunnen overtuigen van Eluards poëzie, dan kan een zangeres met een matig verstaanbaar Frans dat zeker niet.
Maar dat alles neemt niet weg dat Violeta Urmana een fantastische stem heeft. Op geen enkel moment komt ze in problemen omdat haar stem een beperking zou zijn om een of andere interpretatieve nuance uit te drukken. Die evolutie was verleden jaar in Schwarzenberg al duidelijk geworden. In een lied als Befreit kan ze de spanning bijvoorbeeld blijven opbouwen. En in Zueignung liet ze horen dat dit geen bombastische dankbetuiging hoeft te zijn, maar ook intiemere momenten kan hebben. Maar het beste deel van de avond waren onvermijdelijk de Rachmaninov-liederen met een ongelooflijk trieste Dissonans als hoogtepunt.
Als bisnummers zong ze deze keer eens geen opera, maar weer Poulenc - Violon - en Strauss' Cäcilie en een spectaculaire Chiquitita la Novia van Obradors.
Voor wie niet allergisch is aan Strauss en consoorten, zendt Klara het recital uit op woensdag 3 november.
Publicatie: vrijdag 22 oktober 2004 om 21:01
Rubriek: Liedrecital