Il Grand' Inquisitor

Oberst Chabert in Bonn

Het seizoen van de opera van Bonn was het seizoen van de rariteiten met in het begin Penthesilea van Schoeck en op het einde Oberst Chabert van Hermann Wolfgang von Waltershausen... een opera en componist waar ik nog nooit van gehoord had.


Derville, Chabert, Rosine (foto © Thilo Beu)

Oberst Chabert is het verhaal van een kolonel die tijdens één van de Napoleontische veldslagen sneuvelde, maar het toch overleeft. Na verschillende jaren keert hij min of meer genezen terug naar Parijs om zijn rechten op te eisen met de hulp van de advocaat Derville. Hij wordt daar geconfronteerd met zijn vrouw Rosine, die ondertussen hertrouwd is met graaf Ferraud.

De opera is gebaseerd op de novelle "Le Colonel Chabert" uit "La comédie humaine". Het is een opera met drie korte bedrijven van elk ongeveer een half uur, die zonder pauze uitgevoerd werd. In de opera blijft er wel weinig over van het oorspronkelijk verhaal van Balzac. De eerste helft van het eerste bedrijf komt uit de novelle, de grote aria van Rosine in het derde bedrijf ook... al de rest behoort tot de fantasie van Waltershausen, die ook verantwoordelijk was voor het libretto. De opera ging in 1912 in Frankfurt in première. De muziek is post-Wagneriaans met flarden van de Marseillaise telkens Napoleon vermeld wordt.

De productie van Roland Schwab speelt in het, in de diepte, opgedeeld decor van David Hohmann. Vooraan zien we een slagveld met de restanten van gebombarbeerde betonnen constructies. Het is de wereld van Chabert. Hij geraakt niet in het Parijse "upstage", de wereld van het advocatenkantoor van Derville of het salon van de familie Ferraud. Op de achterwand worden videobeelden geprojecteerd... stapels dossiers, een gebombardeerde stad, kasteelkoepels of een hoopvolle hemel doorheen kale boomtakken.

Oberst Chabert werd volledig bezet met ensemblezangers. De ster was Mark Morouse. De rol van Chabert heeft Wagneriaanse dimensies en in de stem van Morouse hoor ik meer dan voldoende Wotan-klanken om indruk te maken tijdens zijn grote monoloog. Giorgos Kanaris zong Derville met een mooie en elegante bariton. Yannick-Muriel Noah heeft een paar goede momenten maar ook een paar schrille topnoten, haar Duits is niet altijd even goed verstaanbaar. Peter Tantsits was de zwakke schakel. Zijn tenor is misschien goed voor wat bescheiden karakterrollen, maar de rol van Ferraud brengt hem te vaak over de rand van zijn stem.

Publicatie: zaterdag 14 juli 2018 om 08:22
Rubriek: Opera