Il Grand' Inquisitor

Pinocchio in de Munt

Het aantal klassieke sprookjes dat tot opera verwerkt werd, is vrij beperkt met de twee Assepoesters en "Hans en Grietje". De meest recente opera van componist Philippe Boesmans en librettist Joël Pommerat is Pinocchio en heeft alles in zich om snel deel uit te gaan maken van het repertoire. De opera werd de afgelopen zomer gecreëerd op het Festival van Aix en is nu als co-productie in de heropende Munt te zien.


La fée, Pinocchio (foto © Hofmann)

De bezetting bestaat uit zes zangers. Met uitzondering van Pinocchio en de Fee zingen en spelen ze elk verschillende rollen. Er is geen koor en het orkest is met zijn solistische bezetting vrij beperkt. Daarenboven staat er ook een zigeunerjazztrio - met sax, accordeon, viool - op het podium. Boesmans heeft iets gelijkaardigs gedaan in Wintermärchen, maar daar vond ik de lawaaierige bijdrage van Aka Moon eerder afstotend dan verrijkend.

Zoals gewoonlijk is de muziek van Boesmans zeer toegankelijk. De komische noten in het libretto en de orkestpartituur ontbreken niet, met geluidseffecten die doen glimlachen... van snerpende sirenes over de evocatie van een kettingzaag tot kwetterende vogeltjes.

De opera duurt ongeveer twee uur (zonder pauze). De opeenvolging van de verschillende scènes geven de voorstelling vaart waardoor de opera voorbijvliegt. Vormelijk neigt Pinocchio meer naar de opéra-comique. Er zijn verschillende gesproken scènes, in het bijzonder voor de rol van de theaterdirecteur die tevens verteller is en dan regelmatig de vierde wand doorbreekt.


Le père, Pinocchio (foto © Hofmann)

Joël Pommerat is ook verantwoordelijk voor de regie in een zwart-wit scènebeeld in een vrij summier decor met een beperkte set rekwisieten: een boom waaruit Pinocchio "geboren" wordt, een kooi voor de gevangenisscène, een paar schoolbanken voor de schoolscène, ... Maar het is vooral de prachtige belichting van Eric Soyer die voor veel suggestie en sfeer zorgt, zeker in de scène waarin Pinocchio en zijn vader opgeslokt zijn door de walvis.

Stéphane Degout schittert als theaterdirecteur. Hij moet verschillende uitdrukkingsmethodes toepassen van puur zingen over reciteren tot het vertolken van "melodrama" tegen een orkestrale achtergrond. Vincent Le Texier is onder andere een innemende Vader. Yann Beuron heeft verschillende kleinere rolletjes met als hoogtepunt zijn vertolking van "Connais-tu le pays où fleurit ton argent"... slim gepikt uit Thomas' Mignon.

De jonge Franse mezzo Chloé Briot - een nieuwe naam voor mij - zingt de titelrol. Ze heeft een mooie homogene stem, die in de hoogte soms wat beperkt klinkt. De Fee is voor een coloratuursopraan ala de Cendrillon-Fee en werd uitstekend vertolkt door de Canadese Marie-Eve Munger. Julie Boulianne ontgoochelde lichtjes als cabaretzangeres met "Io son dolce serena" (een melodie die terugkeert op het einde van de opera als Pinocchio een jongetje geworden is), maar was wel overtuigend als de slechte leerling.

Publicatie: woensdag 13 september 2017 om 16:37
Rubriek: Opera