Il Grand' Inquisitor

Violeta Urmana in Schwarzenberg

De samenstelling van het liedrecital van Violeta Urmana en Helmut Deutsch lijkt met Schubert, Mahler en Strauss vrij klassiek opgebouwd te zijn. Maar de keuze van de liederen maakte het toch vrij uniek.


foto © Schubertiade Schwarzenberg

In de natuur- en nachtliederen van Schubert zaten wel een aantal bekende liederen, maar toch ook liederen die je zelden tegenkomt in een recital. De dichter Friedrich von Schlegel is vooral bekend, nu ja, van de Abenröte-cyclus en van Im Walde, het eerste lied van de avond. Schlegel is de verpersoonlijking van de romantiek die de natuur als de verbinding ziet tussen God en de mens: de eerste woorden van dit lied - "Windes Rauschen, Gottes Flügel" - geven dat perfect weer. Het is tevens een lied met een Wagneriaanse grandeur en met Violeta Urmana zijn we daarvoor aan het juiste adres. Vocaal komt ze geen enkele beperking tegen: je voelt dat ze nog massa's reserve heeft, en dat over het volledig bereik van haar stem... je zou haar vertolking van Im Walde zelfs slank kunnen noemen.

Na een plechtige Die Mutter Erde volgde nog een Schlegel lied. Die Gebüsche komt wel uit de Abendröte-cyclus. Het is niet meteen één van Schuberts meesterwerken, maar Urmana laat het perfect passen in de verdere opbouw van haar programma. In Der Blumen Schmerz krijgen we de levensloop van een bloem te horen, vanaf het ontluiken tijdens de lente als de bloem de vertrouwde moederschoot verlaat tot ze verwelkt in de herfst. Het was trouwens opvallend dat ze de eerste versie brachten, zonder de achtste strofe waar de bloem bedekt wordt door sneeuw. Maar deze versie kan zo wel dramatischer eindigen met de moraal "O Mutter nimm uns wieder, das Leben gibt nur Schmerz".

Daarmee kwamen we aan het bekendere Schubertdeel met Erlafsee en nog meer Mayrhoferse natuurschilderingen in Beim Winde. Een schitterend gedragen Nacht und Träume werd gecontrasteerd met een verrassende Die Vögel, weer Schlegel maar een lied dat je eerder van een lichte sopraan zou verwachten in plaats van een dramatische mezzo. Na Abendbilder werd het eerste deel grandioos afgesloten met een adembenemende Erlkönig met daarin een angstig zoontje en een super-verleidelijke Erlkoning.

Eigenlijk was mijn avond nu al perfect.

De Rückert-Lieder van Mahler waren tegelijkertijd overdonderend en ontroerend. In de eerste drie liederen - Blicke mir nicht in die Lieder, Ich atmet einen linden Duft en Liebst du um Schönheit - is ze een en al charme. De reserve waarvan eerder sprake, moet ze gedeeltelijk aanspreken in de fenomenale opbouw naar de climax van Um Mitternacht, maar zelfs daar heeft ze nog overschot. En met Ich bin der Welt abhanden gekommen kwam het Mahlerdeel tot een ontroerend slot.

De enige verdienste van het Strauss-deel is dat ze vooral liederen op teksten van Adolf Friedrich Graf von Schack gekozen heeft. Wie ooit in München geweest is, heeft misschien de Schackgalerie bezocht waar je zijn schilderijencollectie kan bekijken (met o.a. het bekende Schwind-schilderijtje van Erlkönig), maar hij heeft dus blijkbaar ook een hoop gedichten geschreven. Wat mij betreft had het daarbij mogen blijven en had Strauss er echt geen muziek bij moeten bedenken. Liederen als Winternacht of Aus den Liedern der Trauer vind ik gewoon lelijk. Het eerste heeft wel een heel virtuoze pianopartij, maar het tweede gaat naar mijn gevoel in tegen de tekst. Anderzijds hebben liederen als Schön sind, doch kalt, die Himmelssterne of Wie sollten wir geheim sie halten een zekere charme, al ontbreken ook hier de wringende noten niet.

Met de bisnummers, waaronder Strauss' Winterweihe, maar vooral Schuberts Geheimes met een dartelende Urmana kwam ik toch terug in de sfeer van het begin van het recital.

Publicatie: dinsdag 29 augustus 2017 om 22:17
Rubriek: Liedrecital