Il Grand' Inquisitor

Don Giovanni in het Théâtre des Martyrs

Vorig jaar vond de eerste editie van de "Midsummer Mozartiade" plaats, maar is toen aan mijn aandacht ontsnapt. Gedurende een week worden concerten gegeven met hoofdzakelijk muziek van Mozart en ook één volledige opera. Vorig jaar was dat Nozze, dit jaar staan vier voorstellingen van Don Giovanni op het programma. Een correcte regie en een groep geëngageerde, relatief jonge, zangers maakten dit tot één van de betere Don Giovanni's die ik de afgelopen jaren gezien heb.


Don Giovanni, Leporello (foto © Festival Midsummer Mozartiade)

De opera werd opgevoerd in de zaal van het Théâtre des Martyrs op het Martelaarsplein. Het is een moderne zaal, weliswaar zonder verluchting en zonder orkestbak. Het Orchestre Royal de Chambre de Wallonie zat dus op het podium, verstopt achter een gaas. De orkestklank was vrij omfloerst. David Miller dirigeerde wel een minder hectische Don Giovanni dan we tegenwoordig soms horen, met bijvoorbeeld een klassiek trage ouverture.

Eric Gobin was verantwoordelijk voor een sterke personenregie waar ook het giocoso-aspect niet vergeten werd. Het decor was beperkt tot zes stoelen en een grote spiegel. De spiegel dient als reflectie voor de zangers en wordt doorzichtig voor bijvoorbeeld de verschijning van het Commendatore-standbeeld of de geadresseerde van de serenade van de Don.

Het was spijtig dat Keith Tillotson ziek was. Hij zong de Commendatore nog met een hese stem, maar liet zich als standbeeld vocaal vervangen. Het buffo-koppel was degelijk. Kamil Ben Hsain Lachiri heeft een interessant timbre, maar is nog wat ongepolijst als Masetto. Laurie Janssens zingt Zerlina met een lichte sopraan met soms een wat vreemde tremolo in de hoogte.


Donna Elvira, Don Ottavio, Donna Anna (foto © Festival Midsummer Mozartiade)

Ik was vooral onder de indruk van de bezetting van de "serieuze" rollen. De jonge bariton Yoann Dubruque was een heel overtuigende Don Giovanni en is een naam om te onthouden. Hij heeft de nodige uitstraling en zingt de Don als één brok verleiding. Dat is uiteraard evident in "La ci darem la mano" of in een sensuele vertolking van "Deh, vieni alla finestra". Maar zelfs de Champagne-aria is onweerstaanbaar, gezongen trouwens in een normaal tempo zodat hij geen tongbrekende capriolen moet uithalen en elk woord verstaanbaar blijft... er zijn trouwens geen boventitels. Shadi Torbey is welbekend in het Brusselse sinds zijn deelname aan de Elisabethwedstrijd en optredens in de Munt. Zijn ronkende bas maakt hem tot een karaktervolle Leporello met een uitstekende Cataloogaria al had ik af en toe iets meer legato gewenst.

Bij het nobele trio was Karen Vermeiren een grandiose Donna Elvira. Ze had een paar minuten nodig om de schetterende klank uit haar hoge noten te halen, maar nadien maakte ze vooral indruk met haar vertolking van "Mi tradi" dankzij haar warme diepte met de koperklank van een hoorn tot iets meer metaal in de hoogte. Maar het is vooral in de recitatieven dat haar voortreffelijke tekstvertolking opvalt. In haar eerste confrontatie met de Don houdt ze bijvoorbeeld perfect het evenwicht in haar haat-liefde-relatie.

Laura Telly-Cambier was ook een heel mooie Donna Anna, en dan vooral in een aangrijpende "Non mi dir" (wel zonder triller). Voor "Or sai chi l'onore" miste ze nog wat diepgang. Het is vaak lastig om een goede Don Ottavio te vinden, maar Pierre Derhet is zeer overtuigend. Hij zingt met een ruime en mooie stem en moeiteloze hoogte... al moet hij de beruchte lange frase in "Il mio tesoro" wel in drie keer zingen.

Maar alles bij elkaar is het vooral de energie en de inzet van de zangers die dit tot een geslaagde productie maakte.

Publicatie: vrijdag 7 juli 2017 om 16:18
Rubriek: Opera