Il Grand' Inquisitor

Rusalka in Berlijn

De traditie van de Komische Oper om alles in het Duits op te voeren, is de laatste jaren aan het verwateren. Maar Rusalka krijgen we nog wel in het Duits te horen, alhoewel er niet altijd even verstaanbaar gezongen wordt...


foto © Iko Freese

De Komische Oper heeft ook een traditie van regisseur-intendanten die teruggaat naar Walter Felsenstein. Harry Kupfer en Andreas Homoki traden in zijn voetstappen en sinds 2012 zwaait Barrie Kosky de plak in het operahuis aan de Behrenstrasse. Kosky regisseerde ook deze Rusalka.

Het is een productie in de geest van Felsenstein met de nadruk op het acteerwerk van de zangers. Scenisch werden alle franjes verwijderd. Decorontwerper Klaus Grünberg heeft een witte proscenium-boog gebouwd, die geïnspireerd is op die van de Komische Oper. De achterwand is gesloten, er is maar één deur in het midden van die wand langswaar iedereen binnen en buiten moet... alhoewel Rusalka ook wel via een luikje onder een bank in de zijwand naar binnen komt gekronkeld. Het nadeel is dat er geen plaats is voor het koor.

De centrale figuur is uiteraard Rusalka. De waternimf begint met een vissenstaart. De metamorfose naar haar menselijke vorm heeft iets van Grand Guignol. Jezibaba, geholpen door haar mentaal gehandicapte zoon, snijdt Rusalka's staart open en haalt er de visgraat uit. Tenslotte krijgt ze via een trechter het bloed van een net gedode kat te drinken.

De manier waarop Nadja Mchantaf nadien leert lopen is geniaal: van eerst moeizaam rechtstaan en terug vallen over voorzichtig strompelen tot uitbundig rondlopend. Mchantaf heeft niet de grootste stem - ze zingt wel een mooi Maanlied - maar scenisch domineert ze. Zelfs in de scènes waarin ze niet zingt, kan je je ogen niet van haar afwenden. Ze is even aandoenlijk in het tweede bedrijf als ze probeert te dansen met de Prins... die in het laatste bedrijf dan met haar visgraat danst.

Timothy Richards is vocaal wel een zwakke Prins. Zijn stem projecteert niet goed en heeft - zeker in de hoogte - weinig kleur. Nadine Weissmann, de Bayreuther Erda, is een prachtige Jezibaba. Jens-Erik Aasbø zingt de Watergeest met een mooie diepe bas, maar Karolina Gumos is dan weer een scherpe Vreemde Prinses.

Publicatie: zaterdag 5 november 2016 om 09:16
Rubriek: Opera