Il Grand' Inquisitor

Anja Harteros in Schwarzenberg

Derde keer, goede keer ! Anja Harteros stond al twee keer op het programma van de Schubertiade, maar annuleerde telkens. Gisteren maakte ze uiteindelijk toch haar debuut met een weergaloos Schubert-recital, met een briljante Wolfram Rieger aan de piano.


foto's © Schubertiade Schwarzenberg

Op het programma stonden vooral de bekendere liederen. Met het eerste lied Ganymed liet ze meteen horen wat ze in petto had. Ze heeft een voorkeur om net iets tragere tempo's te kiezen zonder dat dit haar voordracht schaadt. Zelfs een trage "Alliebender Vater" kan haar niet in problemen brengen. Die lange adem gaven de twee Mignon-liederen - de iets minder vaak uitgevoerde So lasst mich scheinen en Heiß mich nicht reden - een hartverscheurende intensiteit. Het enige minpuntje is dat ze heel af en toe een klinker wijzigt, "Frühling" wordt bijvoorbeeld "Fröhling" of "Quell" klinkt als "Quall".

Der Jüngling und der Tod behoort tot de minder uitgevoerde liederen. Josef von Spaun schreef dit gedicht als een reactie op "Der Tod und das Mädchen" dat Schubert een maand eerder gecomponeerd had (het is trouwens het enige gedicht van Spaun dat Schubert getoonzet heeft). Het heeft een vergelijkbare opbouw met eerst de jongeling en nadien de dood die spreekt. Harteros zingt "und weit in schön're Welten ziehn" met een perfect wegstervend piano en als ze het lied eindigt met "ich will mich deiner Qual erbarmen" snijdt haar mezza voce door lijf en leden.

Het dramatische hoogtepunt van de avond kwam met Des Mädchens Klage, over Thekla die net door haar geliefde verlaten werd, en de enige twee liederen van August von Platen. Rieger zet meteen de toon tijdens de intro van Die Liebe hat gelogen, een paar opvallende accenten geven de pijn van het verscheurde hart weer. In de herhaling van de eerste strofe doet Harteros er nog een schepje bovenop, alsof het mes nog eens omgedraaid wordt, oftewel... een hele "Winterreise" in drie minuten.

Thekla wordt nadien de protagonist in Die junge Nonne, een groot lied dat idealiter door een grote stem gezongen wordt. Als een eerder lyrische sopraan het zingt, dan wordt er te vaak geforceerd of moeten ze expressieve truuks uithalen. Harteros zingt soeverein, alle kleuren en expressie zijn ter beschikking op het moment dat ze nodig zijn. Tegelijkertijd zorgt Rieger voor een van de meest subtiele pianopartijen die ik ooit gehoord heb in dit lied. Geen donderende stormmuziek, maar een afspiegeling van de psychologie van de jonge non waar af en toe een bliksemflits doorheen knettert.

Ze ging op hetzelfde elan voort met een Wehmut waarin ik vocale tinten van "Schwanengesang" meende te horen. De magie van Nacht und Träume werd perfect uitgedrukt door Harteros' lange legato frases. En haar vertolking van An den Mond (Hölty) culmineerde in een aangrijpende "Und weine durch den Wolkenflor hernieder, wie dein Verlass'ner weint".

Het eerste bisnummer - een schitterend uitgeacteerde Seligkeit - vat perfect mijn gevoel samen na dit recital. Toen ze het slotvers "Bleib' ich ewig hier" zong en daarbij haar armen opende naar de Angelika-Kauffmann-Saal ging het dak eraf. Wat mij betreft mag ze Arabella, Elsa, Elisabeth, Tosca en de Marschallin opbergen in een diepe schuif en de tijd die vrijkomt wijden aan Schubert & Co...

Publicatie: woensdag 24 augustus 2016 om 11:54
Rubriek: Liedrecital