Anna Caterina Antonacci in het Conservatorium
Het was de bedoeling dat de liedrecitals deze maand ook weer hun draad zouden oppikken in de Munt, maar voor het recital van Anna Caterina Antonacci en Donald Sulzen weken ze uit naar het Brussels Conservatorium.
Het hoeft niemand te verwonderen dat Antonacci over alle kwaliteiten beschikt om een uitmuntende liedzangeres te zijn. Wie haar recent nog in La voix humaine gehoord heeft, weet dat ze zonder problemen een uur lang de aandacht kan vasthouden.
Haar programma bestond hoofdzakelijk uit het Franse repertoire met de grote liedcomponisten van Fauré, Debussy en Poulenc. Maar ze wist vakkundig alle platgetreden paden te ontwijken, er was zelfs geen geknakt grassprietje te bespeuren. Een en ander had ook te maken met het feit dat ze The Heath Quartet had meegebracht en dat leidt automatisch tot eerder obscuur repertoire. Het aantal keren dat ik bijvoorbeeld Respighi's Il tramonto of Chaussons Chanson perpétuelle al live gehoord heb, zijn op de vingers van één hand te tellen.
Het is met deze twee liederen dat ze respectievelijk het eerste en tweede deel van de avond afsloot. Il tramonto was voor mij een van de hoogtepunten van de avond. Het Italiaanse kunstlied hoeft zich niet te beperken tot Tosti-liederen, Rossiniaanse tongenbrekers of Napolitaanse niemendalletjes. Antonacci zongt Il tramonto met de nodige expressie, een fenomenale dictie en een mooi ingekleurde woorddetaillering.
Als je dan toch een strijkkwartet ter beschikking hebt, ligt het voor de hand om daar iets meer mee te doen... en dus speelden ze ook Ravels Strijkkwartet. Op zich was dit overbodig, maar het was een mooie aanvulling op de drie Debussy-liederen van Le promenoir des deux amants die daardoor wel enigszins in de verdrukking kwamen. Het vraagt niet veel verbeelding om bijvoorbeeld in het tweede lied, Crois mon conseil, chère Climène, de sfeer van de geliefden Pelléas en Mélisande te herkennen. In het spirituele slotlied Je tremble en voyant ton visage viel dan weer Antonacci's stembeheersing op. Elke noot zit perfect tot en met de diepere noten van het slot.
Na de pauze stonden nog twee kortere liedcycli op het programma. Met Mirages zijn we bij de rijpe Fauré. De miniatuurtjes van Poulencs La fraîcheur et le feu zijn ook niet meteen standaardrepertoire. Ze werden heel mooi vertolkt door Antonacci, maar er mocht nog iets meer contrast tussen de liederen zijn. Spijtig genoeg volgden er geen bisnummers...
Publicatie: dinsdag 5 april 2016 om 15:57
Rubriek: Liedrecital