Il Grand' Inquisitor

Ein deutsches Requiem in de Hallen van Schaarbeek

Passies ensceneren is niet meer zo uitzonderlijk: vorige week konden we nog de Johannes-Passion meemaken bij het Klara-festival. Maar een Requiem is een heel andere zaak. Ik heb wel ooit in Berlijn een geënsceneerd Verdi-Requiem gezien, dat niet echt geslaagd was, maar de productie van Jochen Sandig van Brahms' Ein deutsches Requiem maakt dat je na de voorstelling vrolijk de zaal verlaat.


foto © Matthias Heyde

Bij het betreden van de Hallen van Schaarbeek is de zaal volledig leeg, geen stoelen, geen podium, niets... behalve een piano. Het publiek verspreidt zich over de zaal, het licht wordt gedoofd en het Rundfunkchor Berlin begint "Selig sind, die da Leid tragen" te zingen terwijl ze zelf door het publiek wandelen. Voor "Denn alles Fleisch, es ist wie Gras" komen ze samen en banen ze zich diagonaal een weg door het publiek terwijl ze een "lijk" dragen. Ze beginnen kussens uit te delen en het publiek gaat spontaan op de grond zitten. Enkel de bariton blijft rechtstaan, gevangen in een spot voor "Herr, lehre doch mich".

"Wie lieblich sind deine Wohnungen" is het frivolere middendeel met een koor dat op twee plaatsen heen en weer zwaait op schommels. Ook de sopraan zingt haar aria "Ihr habt nun Traurigkeit" op een schommel. Het enige wat expliciet uitgebeeld wordt, is "Denn wir haben hie keine bleibende Statt, sondern die Zukünftige suchen wir." als het koor zoekend rondrent, wat een beetje knullig overkomt... tot ze zich concentreren op de bariton die op het balkon staat en als een profeet "Siehe, ich sage euch ein Geheimnis" zingt.

Voor het slotkoor "Selig sind die Toten" wordt het publiek weer uitgenodigd om te gaan zitten. Het koor staat opgesteld langs de wanden, het licht gaat héél traag uit tot ook de muziek stopt... stilte... 10 seconden... en applaus.

Als productie was dit zeer geslaagd, maar akoestisch is het een ramp. De ene keer staan er een paar sopranen in je rechteroor te zingen, een andere keer wandelt een brommende bas voorbij. Ook de solisten zijn zelden ideaal geplaatst. Konrad Jarnot had problemen met zijn eerste aria, zijn tweede aria werkte een stuk beter omdat hij op één vast punt stond. Zoals bekend is Sylvia Schwartz een van mijn favoriete Lied-sopranen, maar in deze productie was ze ook nooit goed hoorbaar... behalve op het moment dat ze min of meer in mijn helft van de zaal stond. Het was een interessant experiment, maar geef mij toch maar een normale uitvoering.

Publicatie: vrijdag 18 maart 2016 om 22:31
Rubriek: Oratorium