Il Grand' Inquisitor

Diana Damrau in Parijs

Het is zover ! De boventitels hebben hun intrede gedaan in het liedrecital. Ik weet niet of de Parijse opera dit al langer doet, maar ze verschenen vandaag wel tijdens het liedrecital van Diana Damrau en Helmut Deutsch in de Palais Garnier. Het voordeel is dat daardoor het collectief geritsel verdwijnt... nu nog iets vinden tegen het gehoest.

Net zoals vorig jaar op de Schubertiade had Diana Damrau een pupiter voor zich staan met de partituur. Deze keer diende die enkel als vangnet en maakte ze wel contact met het publiek... zelfs iets teveel naar mijn smaak.

Vooral in het groepje lente- en liefdesliederen van Schubert ging ze over de schreef met allerlei geacteer van handen voor de mond slaan, schattig kijken of net niet in huilen uitbarsten. Ook in haar vertolking ging ze zich te buiten aan vocale overacting met gekke rallentando's, subito-piano's die na verloop van tijd gemanieerd overkomen of zuchtende noten.

Van Liszt had ze de drie Petrarca-Sonette uitgekozen. Nu, a priori kunnen de meeste liederen gender-neutraal zijn. Maar deze liefdesverklaring van Petrarca aan Laura zijn toch wel mannenliederen. Dat neemt niet weg dat ik me ze wel kan voorstellen met bepaalde mezzo's of eerder dramatische sopranen. Maar de stem van Diana Damrau is echt wel te licht om zelfs maar te beginnen overtuigen.

Na de pauze werd het gelukkig beduidend beter, in de eerste plaats met vier liederen van Richard Strauss. Met Einerlei en Winterweihe riep ze de reflectieve sfeer op van een Feldmarschallin. In het Wiegenlied experimenteerde ze met een dozijn schakeringen aan piano's. En voor Cäcilie wist ze de expansieve stijl te treffen. Met een collectie bekende en minder bekende Rachmaninov-melodieën eindigde het officieel deel. Een uitzinnig Parijs publiek kreeg nog vier bisnummers.

Publicatie: dinsdag 8 maart 2016 om 23:18
Rubriek: Liedrecital