Sarah Wegener in AMUZ
AMUZ organiseerde de afgelopen dagen een mini-festival met muziek uit het Wenen tijdens de vorige eeuwwisseling. Het werd afgesloten met een fantastisch liedrecital door de sopraan Sarah Wegener en de pianist Michael Gees.
Op het eerste zicht zag het programma er wat rommelig uit met meer dan twintig liederen van pakweg tien componisten, allemaal door elkaar. Maar naarmate de voorstelling vorderde, tekende zich wel een logica af met samenhorende groepjes. Het recital werd zonder echte pauze opgevoerd. Halverwege verliet Sarah Wegener wel even het podium, maar dat moment werd vakkundig opgeluisterd door Michael Gees met een improvisatie op het laatste lied dat ze uitgevoerd hadden... Humperdincks Die Schwalbe. Het was de komische noot in een nest vogelliederen dat begonnen was met een speelse vertolking van Bergs Die Nachtigall, Die Lerche van Humperdinck en de merel in Waldeinsamkeit van Reger.
Het recital was ook met een lichte noot begonnen. Met veel Weense Schmaltz zong ze Im Prater blüh'n wieder die Bäume, om meteen over te schakelen naar de melancholie van Lied vom Glück van Korngold en tenslotte met Nacht de eerste keer in Bergs Sieben frühe Lieder te duiken (de zeven liederen kwamen, verspreid over het recital, aan bod), meteen gevolgd door Traumgekrönt, bekroond met een fenomenale messa di voce op het laatste woord "Nacht".
Dit was de eerste keer dat ik Sarah Wegener hoorde en ben zeer onder de indruk van haar liedcapaciteiten. Ze heeft een ruime stem die mooi homogeen is over haar bereik, ze zingt met perfecte dictie en is uitermate expressief op het vlak van tekstduiding en gelaatsuitdrukkingen. Dat werd onder andere duidelijk toen ze vier keer keer na elkaar Waldseligkeit zong, het Dehmel-gedicht getoonzet door onder andere Alma Mahler, Max Reger, Richard Strauss en Joseph Marx. De vier liederen hebben allemaal een gelijkaardige sfeer, maar toch bracht Wegener fijne nuances aan om toch enigszins te differentiëren in expressie.
Hugo Wolf is een componist die niet mocht ontbreken en hij was van de partij met een paar liederen uit zijn Italienisches Liederbuch. De drie liederen Nein, junger Herr, Wer rief dich denn en Du denkst mit einem Fädchen werden volledig uitgeacteerd met een perfect gevoel voor timing. In het laatste lied interpoleerde ze zelfs wat coloraturen op de laatste "verliebt". Na een stralende vertolking van een streepje operette - Lehars Meine Lippen, sie küssen so heiss - was het tijd voor een meditatieve slotgroep met Strauss' Die Nacht en Allerseelen als aangrijpende hoogtepunten.
Er kwam nog één bisnummer... Lied aus Wien uit "Das Dreimäderlhaus", met in de pianopartij verwijzingen naar Schuberts Lachen und Weinen.
De componist die in dit recital verrassend ontbrak was Gustav Mahler. Maar zijn Kindertotenlieder stonden op het programma van het concert van het Muntorkest onder leiding van Michael Boder. Stéphane Degout zong de vijf liederen... en dat was het... vrij mager voor een concert in de reeks "liedrecitals". Maar gezien Degouts totaal gebrek aan affiniteit met het liedgenre was dat meer dan genoeg. Zijn ogen verlaten geen moment de partituur, hij maakt geen onderscheid tussen de liederen en ik wil desnoods nog geloven dat hij begrijpt wat hij zingt, maar daar was niets van te merken. Het contrast met Sarah Wegener kon niet groter zijn...
Publicatie: maandag 7 maart 2016 om 09:01
Rubriek: Liedrecital