Il Grand' Inquisitor

Les contes d'Hoffmann in Düsseldorf

Het feit dat Offenbach Les contes d'Hoffmann niet heeft kunnen afwerken, geeft regisseurs en dirigenten een alibi om er lustig op los te knippen. In Düsseldorf gaan ze echter totaal de andere richting uit.


foto's © Hans Jörg Michel

Deze productie moet zowat de meest volledige Hoffmann zijn die ik ooit gehoord heb. Met meer dan drie uur muziek, is het zelfs langer dan de Nagano-opname, die toch als één van de volledigste opnames beschouwd kan worden. Maar je kan je wel afvragen of een Giulietta-bedrijf dat meer dan drie kwartier duurt, veel bijdraagt tot de opera. Het blijft een onsamenhangend bedrijf, al is het wel interessant om al die onbekende muziek eens te horen.

Voor een werk van die dimensies heb je een Hoffmann nodig die dit alles kan dragen. Met Sergej Khomov was dat echter niet het geval. Hij zingt slordig Frans en is vocaal nogal wild. Er zit nooit een lijn in zijn frasering, waardoor de Kleinzach-aria en de rest van de avond het moesten hebben van zijn expressiviteit. Maria Kataeva was zijn Muse en bewaarengel Nicklausse. Haar Frans is ook niet fameus, maar haar stem is wel fantastisch... herinner ook haar recente Dorabella in de Vlaamse Opera.

De drie Hoffmann-geliefdes werden door drie sopranen gezongen, samen zongen ze de rol van Stella. De uitschieter was Anke Krabbe als een ontroerende Antonia, met een mooie genuanceerde "Elle a fui, la tourtelle" met hemelse piano's. Een van de mooiste momenten is de scène met haar moeder. Daarvoor hadden ze zomaar even Susan Maclean opgetrommeld om de overleden diva te zingen. Elena Sancho Pereg was een dartele Olympia die "Les oiseaux dans la charmille" zonder traditioneel stilvallen zong... ongetwijfeld een keuze van de regisseur. Morenike Fadayomi, de lokale spinto, was een aanvaardbare Giulietta, maar haalde niet het niveau van Krabbe of Pereg.

De meest overweldigende vertolking kwam van Simon Neal in de vier duivelsrollen. Indertijd hebben we nog Laurent Naouri en Philippe Rouillon in deze rollen kunnen horen in Antwerpen en Simon Neal komt heel dicht bij die ideale duivels. Zijn basbariton is groot met een goede hoogte, en zijn Frans is voorbeeldig. Maar het meest opvallend was hoe hij voor elke duivel in een andere huid kroop. Zijn Lindorf is een ander karakter dan Coppélius en voor de satanische Dr. Miracle of de kapitein Dapertutto vindt hij telkens weer andere kleuren en expressiemogelijkheden.

Ook scenisch heeft de opera van Düsseldorf alle registers opengetrokken. Christof Loy zorgde voor de regie, terwijl Herbert Murauer een indrukwekkend decor gebouwd heeft. Toen deze productie meer dan tien jaar geleden in première ging, was er heel wat controverse over en ook nu nog komt de enscenering met de waarschuwing "empfohlen ab 16 Jahren"... Ik heb geen flauw idee waarom.

De opera speelt zich af tegen de achtergrond van een voorstelling van Don Giovanni met Hoffmanns geliefde Stella. Tijdens de pauze vertelt hij in Luthers taverne over zijn drie eerdere geliefden. De stap om dit alles te verplaatsen naar de kantine van een operahuis is niet echt groot. Murauer heeft daarvoor twee verdiepingen van het Düsseldorfs operahuis nagebouwd. Op de bovenste verdieping - de enige die we in het begin zien - zien we een gang met de loges van drie zangeressen... die van Olympia, Antonia en Giulietta. Het is daar dat Lindorf zijn machinaties begint en dat de Muse met Audrey Hepburn-look transformeert naar Nicklausse in zwart pak.

Heel het decor schuift naar boven en op het lagere niveau zijn we in de kantine van het operahuis, waar het koor en Don Giovanni hun pauze nemen... en Hoffmann zijn verhalen vertelt. Het enige wat enigszins wringt, is de overgang naar het Olympia-bedrijf. De kantine verdwijnt weer onder het podium, de pop Olympia wordt uit de eerste loge gehaald en voert haar kunstjes op voor een toevallig publiek van gepensioneerden dat een rondleiding achter de schermen volgt.

Het Antonia-bedrijf speelt zich schijnbaar in dezelfde gang met drie deuren af, maar kleine details geven aan dat we in een hospitaal zijn waar Antonia verzorgd wordt. Frantz is een verpleger en Antonia's nieuwe geliefde tot Hoffmann terug in haar leven opduikt. Miracle is uiteraard de dokter. Voor het Giulietta-bedrijf en de epiloog wordt gebroken met dit scènebeeld. Een beschilderd gaas suggereert dat we in Venetië zijn, waar Giulietta een feestje geeft. Ik had halvelings verwacht dat de kantine terug zou opduiken, maar het slot speelt zich af voor het brandscherm: Hoffmann en de Muse blijven alleen achter terwijl "Des cendres de ton coeur" weerklinkt...

Publicatie: maandag 28 december 2015 om 11:41
Rubriek: Opera