Il Grand' Inquisitor

Werther in Wenen

Van Andrei Serban kan je meestal vrij neutrale ensceneringen verwachten. Ook in zijn productie van Werther draait alles rond een gigantische lindenboom waar tafels en stoelen, een bed, kerkbanken en een tv-toestel uit de jaren '60 voor de verdere aankleding zorgen. De personenregie blijft beperkt, maar voor een repertoirehuis als de Wiener Staatsoper is waarschijnlijk niet meer nodig...

Ik was uiteraard niet voor Serban gekomen, maar in de eerste plaats voor de Charlotte van Elina Garanca. Mijn verwachtingen waren misschien te hoog gespannen, want het draaide uit op een teleurstelling. Haar stem is natuurlijk fantastisch... groot en warm, de basis is nog altijd een lyrische mezzo maar wel één met dramatische donkere tinten. Als ze in het eerste bedrijf over "ces enfants" zingt, is er een sprankeltje emotie waarneembaar, maar daar blijft het dan ook bij. Normaal moet een zangeres niet veel moeite doen om met "Va, laisse couler mes larmes" ook mijn tranen te laten stromen, maar nu gebeurde er niets. Haar briefscène was even afstandelijk. Als er al iets van emotie aanwezig was, dan geraakte die niet over de orkestbak. Het feit dat haar Frans amper verstaanbaar was, hielp ook niet.

De verrassing was dan ook des te groter toen ik Werther hoorde. Matthew Polenzani zit dan wel niet in de categorie van de Kaufmannen en Beczala's van deze wereld, maar hij zet wel altijd zeer geëngageerde vertolkingen neer. Zijn lyrische Werther kon me meteen vanaf "O nature pleine de grâce" overtuigen: een stijlvolle voix mixte, een onaards mezza voce en mooi Frans vormden een ontroerende combinatie. Het legato van "Lorsque l'enfant" deed me verlangen naar meer. Dat kwam met het Ossian-lied "Pourquoi me réveiller", een perfecte fusie van expressie en stralende hoge noten (waarvan de eerste ook met een adembenemend piano). Al de emotie die Garanca ontbeerde, kregen we dubbel en dik van Polenzani.

Een en ander kan ook op rekening van de dirigent Frédéric Chaslin geschreven worden. Als hij de balans niet in de hand had gehouden, dan zouden al die schitterende nuances verloren gegaan zijn. Het orkest van de Staatsoper klonk zelfs verrassend goed... je zou haast denken dat ze eens gerepeteerd hadden. De rest van de bezetting ging van degelijk (de Albert van Markus Eiche) tot ondermaats (de Sophie van Hila Fahima). Kortom, een typische doordeweekse Staatsopervoorstelling.

Publicatie: donderdag 12 november 2015 om 07:35
Rubriek: Opera