Joan Rodgers en Gary Griffiths in Oxford
Gisteren was het een Russische avond bij The Oxford Lieder Festival. Joan Rodgers, Gary Griffiths en Sholto Kynoch brachten voor de pauze Tchaikovsky-liederen op gedichten van Tolstoy en een amalgaam aan componisten met Pushkin-liederen na de pauze.
Het is een eeuwigheid geleden dat ik Joan Rodgers nog gehoord heb. Ik vond haar vroeger al niet echt een grote zangeres, maar ondertussen klinkt haar sopraan klein en fragiel, om niet te zeggen versleten. Voor sommige liederen is dat niet onoverkomelijk, bijvoorbeeld het slaapliedachtige Usni, pechalnyi drug en ook met Kaby znala ya weet ze te ontroeren. Sommige liederen - ik denk dan aan het bekende Sted shumnovo bala - vragen toch wel een ruimere stem. Het hemels mooie To bylo ranneyu vesnoi zou een lied van de Onegin-Tatyana kunnen zijn en roept ook die sfeer op. Het was het eerste lied van de avond en was op het randje van Rodgers' stem.
De Welshe bariton Gary Griffiths beschikt dan weer over een gigantische stem. Zijn stem klinkt mooi, maar als hij forte zingt dan zit hij op de rand van brullen. Af en toe had ik ook twijfels bij zijn intonatie. Interpretatief is het allemaal nogal rechttoe rechtaan. Hij zingt ook alles met een partituur, terwijl Rodgers - op één lied van Anton Rubinstein na - alles uit het hoofd zong.
Voor het Schubert-Fauré-recital kregen we weer een duo. Stephanie Marshall zingt met een mooie, zij het bescheiden, mezzo. Ze zingt een goede Schubert met een effectvol opgebouwde Die Forelle of een goed gedifferentieerd Der Tod und das Mädchen. Ze zingt wel Duits in de Angelsaksische stijl om de doffe e (schlafen, strafen, ...) te vervangen door een korte e. In de Fauré-liederen neemt ze soms te snelle tempo's waardoor een lied als C'est la paix of La fée aux chansons onbegrijpelijk wordt.
De tweede zanger had zich ziek gemeld en werd vervangen door de bariton Gareth Brynmor John... die ook een verkoudheid had. Op een paar momenten na was daar wel niet veel van te merken, alhoewel hij onder andere omstandigheden iets meer had kunnen nuanceren. Hij was in 2013 de winnaar van de Kathleen Ferrier Award en heeft een fantastische stem, schitterend resonant met een stevige viriliteit die ideaal is voor liederen als Der Schiffer.
Gary Matthewman was de pianist van dienst. Hij liet zich opmerken door zijn indrukwekkende evocatie van de rondvliegende bladeren in Chant d'automne.
In de loop van de dag waren er nog een aantal activiteiten in het Ashmolean Museum rond de dichter-schilder Michelangelo, waaronder twee pop-uprecitals in één van de, akoestisch ver van ideale, zalen van het museum. Voor de middag zong de brullende tenor Daniel Norman de Seven Sonnets of Michelangelo van Britten. Na de middag mocht Javier Borda met een machtige bas de Michelangelo-Suite van Shostakovitch vertolken.
Publicatie: vrijdag 23 oktober 2015 om 09:34
Rubriek: Liedrecital