Don Carlo in München
De Kaufmannen en Netrebko's van deze wereld zijn vaak geziene gasten bij de "Münchner Opernfestspiele". Ook de productie van Don Carlo - vijf bedrijven, Italiaans - beloofde een sterbezetting op te leveren... ware het niet dat twee van de vijf protagonisten zich ziek meldden.
De meest recente afzegging dateert van begin juli. Ramon Vargas zou de titelrol zingen, maar hij werd vervangen door Alfred Kim. Kim is een degelijke tenor, hij zingt met een open, stralende stem en met overtuiging. Maar interpretatief bleef hij op de vlakte. Simon Keenlyside heeft al alles afgezegd dit seizoen. Desalniettemin had ik toch gehoopt dat hij tegen deze zomer zijn stemproblemen zou opgelost krijgen... niet dus. Hij werd vervangen door Simone Piazzola. Hij zingt een stevige Posa met goede hoogte, alhoewel ik nooit het aha-gevoel had van bij een Verdi-bariton. Desalniettemin zong hij een mooie "Per me giunto", weliswaar met een belabberde triller.
En dat brengt me naadloos bij de Eboli van Anna Smirnova, die absoluut geen blijf weet met de coloraturen van de Sluieraria en daarenboven serieuze intonatieproblemen heeft in de hoogte (tenzij ze een versie van deze aria zong die ik niet ken). Ze is echter wel perfect voor de dramatische kant van Eboli. Ze heeft een grote, donkere, dramatische mezzo die uitermate geschikt is voor deze Verdi-partijen. Het is dan ook niet te verwonderen dat het dak eraf ging na "O don fatal".
Over wegvliegende daken gesproken... Anja Harteros moet maar één noot zingen en je voelt meteen dat je in de aanwezigheid bent van een wereldster. Elke noot, elk woord heeft betekenis. Neem bijvoorbeeld haar romanza "Non pianger, mia compagna" waarmee ze de Gravin van Aremberg troost nadat Filippo haar verbannen heeft. Met de zin "cela l' oltraggio indegno onde arrosisco ancor" richt ze zich ook expliciet tot Filippo om hem subtiel op zijn blunder te wijzen. En dan heb je een woord als "Francia", halverwege haar grote aria "Tu che le vanità", dat ze met zoveel kleur en expressie zingt dat ik nog kippenvel krijg als ik er aan denk. Maar... er is ook een maar... de tijd heeft ook invloed op haar stem. Haar hoge noten hebben iets minder glans dan vroeger en haar hoog en laag register beginnen uit elkaar te drijven, hetgeen haar stemkleur ten goede komt, maar ten koste gaat van de homogeniteit.
In tegenstelling tot sopranen, worden bassen enkel maar beter met het ouder worden. René Pape is daar het levende bewijs van. Zijn Filippo blijft heden ten dage onovertroffen op het vlak van pure stemkwaliteit, inclusief de hoge noten die even moeiteloos klinken als de rest van zijn stem. Zijn vertolking van "Ella giammai m'amò" is een waar kunstwerk, waarbij hij niet terugschrikt om de hele expressieve trukendoos boven te halen tot en met een occasioneel parlando. Maar ook de andere bassen zijn topniveau, zoals Rafal Siwek die een machtige Grootinquisiteur zingt en zelfs bij een fortissimo orkest er los over gaat. Of Goran Juric die evenveel indruk maakt in het kleinere rolletje van de monnik.
Publicatie: dinsdag 28 juli 2015 om 08:40
Rubriek: Opera