Il Grand' Inquisitor

Jakob Lenz in de Munt

Het is enigszins verbazend om de kameropera Jakob Lenz als een volwaardige operavoorstelling in de Munt te horen. De voorstelling duurt amper 75 minuten, maar wat de opera ontbeert aan dimensies wordt ruimschoots gecompenseerd door intensiteit.


foto © Bernd Uhlig

De opera handelt over de dichter Jakob Lenz die, waanzinnig wordend, door de Vogezen zwerft en terechtkomt bij de dokter Kaufmann en de dominee Oberlin die elk een andere visie hebben op hoe Lenz genezen moet worden. Tijdens zijn waanzin hoort hij stemmen en prevelt hij de naam van Friederike... zijn grote liefde en een vroegere vriendin van zijn collega-dichter Goethe. Over die liefde tussen Goethe en Friederike heeft Franz Lehar trouwens het Singspiel Friederike gecomponeerd (waarvan een paar jaar geleden nog een nieuwe opname verschenen is bij cpo met Klaus Florian Vogt en Daniel Behle als Goethe en Lenz).

De muziek van Wolfgang Rihm is uiteraard totaal niet te vergelijken met die van Lehar. Zoals me wel vaker overkomt bij hedendaagse muziek, duurt het een tijdje eer ik volledig mee ben. In dit geval duurde het ongeveer een half uur voor ik me liet meeslepen in de obsessies van Lenz. De tweede helft van de opera is ook op dramatisch vlak samenhangender als Lenz onvermijdelijk evolueert richting de totale waanzin.

Het beperkte orkest, onder leiding van Franck Ollu, produceert extreme geluiden met oorverdovend slagwerk tot ijle houtblazers en zelfs een klavecimbelgetokkel. De titelrol werd gezongen door Georg Nigl. Hij zingt en spreekt, roept en tiert, fluistert, rochelt en piept met hoge kopstem. Het is een rol die hem vocaal beter afgaat dan die van Müllerbursch. Op dramatisch vlak werpt hij zich 200% in de regie van Andrea Breth.

Breth heeft, zoals verwacht, een donkere enscenering gemaakt in een deprimerend decor. Dat decor van Martin Zehetgruber probeert zowat alles tegelijkertijd te zijn... Rotsen en stromend water verwijzen naar de Vogezen. Spiegels en een dubbelganger van Lenz, die in het begin van de opera letterlijk uit de lucht komt gevallen, verbeelden de psychologische kant van het werk. Een matrasloos bed in kille verlichting doet dan weer denken aan een psychiatrische instelling van nog niet zo lang vervlogen dagen. Een buste van Goethe in een lege boekenkast legt dan weer de link met zijn oude vriendschap.

Met deze Jakob Lenz heeft de Munt eindelijk nog eens een voorstelling die blijft hangen...

Publicatie: donderdag 5 maart 2015 om 19:31
Rubriek: Opera